Penoze en penarie in Amsterdam Nieuw-West
Alex Boogers wordt op zijn wenken bediend, dacht ik toen ik goed en wel in Schuld van Walter van den Berg begonnen was. Dit is een boek voor lezers die moeite hebben zich te verplaatsen in de leefwereld van de types die doorgaans de literatuur bevolken.
(In De lezer is niet dood houdt Alex Boogers onder andere een pleidooi voor literatuur die rekening houdt met het feit dat niet iedereen het lezen van huis uit meekrijgt. De werkelijkheid is volgens Alex Boogers – ‘Ik ben in een arbeidersmilieu opgegroeid, in een straat met weinig blanke Nederlanders’ – diverser dan de in de literatuur gerepresenteerde werkelijkheid:
‘De personages waar wij in de klas over lazen hadden last van Weltschmerz, een gebroken hart, een onbeantwoorde liefde, of ze liepen of fietsten langs de Amsterdamse grachten, hadden een oorlog te verwerken, of ze leefden verveeld en uitzichtloos, en zelfs als die verveelde levens misschien in de verte leken op de onze, dan was het te bedacht, gekunsteld, onecht. Was het misschien niet noodzakelijk dat we onszelf konden herkennen in de roman van de grote schrijvers?’)
Niet dat er literatuur is opdat een lezer zich ergens mee kan identificeren, maar het kan wel helpen als lezers zich iets voor kunnen stellen bij de bezigheden van de personages waar zij het een heel boek lang – dik of dun – mee moeten doen. Het kan een potentiële lezer over een denkbeeldige streep trekken.
Niet lang nadat ik dacht dat Alex Boogers op zijn wenken bediend werd, realiseerde ik me dat ik daarmee Walter van den Berg geen recht deed. Schuld is een meerstemmige roman, die speelt in een zeker milieu, een milieu waarin louche praktijken in verschillende gradaties aan de orde van de dag zijn. Personages staan bij elkaar in het krijt, soms zonder dat ze het zelf of van elkaar weten. Schuld neemt in Schuld vele vormen aan. Waar de een schuldig is, een ander zich een tikkeltje schuldig voelt, kwijt een derde zich alleen maar onvoldoende van zijn taak, terwijl een vierde ondertussen al zo medeplichtig is dat hij niet meer terug kan.
Hoe het precies zit, en wie in de loop van de tijd de hoeder van wie werd, laat Walter van den Berg dankzij de zorgvuldige constructie van de roman – zijn personages (Kevin, een jongen met een goed stel hersens, foute vrienden en een afwezige moeder; zijn vader, die zingt; zijn oom, die schrijft; zijn opdrachtgever, die hem van kwaad tot erger drijft; een ongelukkige echtgenote, de zoveelste door zijn vader geredde vrouw, en een Uruzgan-veteraan, die het nodige op zijn geweten heeft) mogen allemaal hun kant van het verhaal vertellen, terwijl het verhaal niet chronologisch is opgebouwd – zijn lezers gaandeweg concluderen.
Uiteindelijk hangt alles met alles samen. De dode die valt – een dood die al in de openingszin van de roman wordt aangekondigd: ‘Mijn broer had nog gezongen op de avond dat hij iemand doodsloeg’; hoe het komt dat de broer die zich een zanger waant, op enig moment geen fatsoenlijke klank meer uit zijn keel kan krijgen; de terughoudendheid waarmee een man een vrouw tegemoet treedt, terwijl je voelt dat er voor haar eigenlijk geen ontsnappen mogelijk is; een opkoper van uitstaande schulden en een jongen die voordat hij computers en smartphones reset eerst nog even kijkt of er wat te chanteren valt.
(Op zijn blog schreef Walter van den Berg hoe hij dankzij handige software het overzicht behield:
)
Walter van den Berg zet zijn kansarme types keihard, maar niet genadeloos neer. Hun handelen mag dan niet voorbeeldig zijn, het slaat binnen hun culturele context wel ergens op. Zij worden, net zoals personages die in de betere kringen verkeren (die personages die in de Nederlandse literatuur volgens Alex Boogers dus oververtegenwoordigd zijn) bepaald door hun milieu. En ook in dat milieu – Van den Berg laat zijn verhaal spelen in Amsterdam Nieuw-West, maar het had ook een andere buurt kunnen zijn – is het heel normaal dat wie een kans krijgt, mogelijkheden aangrijpt.
Dat raak typeren van juist dat milieu sluit aan bij wat Alex Boogers voorstaat: potentiële lezers tegemoet komen door hun leefwereld te verbeelden. Maar waar die nieuwe lezer waarschijnlijk nog aan ontbreekt, is de leeservaring die nodig is om te waarderen dat Walter van den Berg Schuld zo ingenieus heeft opgebouwd, dat hij zelf de tijd in de gaten moet houden en met terugwerkende kracht conclusies moet trekken.
Schuld
Walter van den Berg
Amsterdam : Das Mag, 2016
ISBN 978-90-8241-062-4
Leave a Reply