Ongemerkt was ik de afgelopen afleveringen toch weer gaan meeschrijven. Zondagavond niet. Zondagavond heb ik alleen maar zitten kijken. En verbaasde ik me over de manier waarop Griet Op de Beeck drie uur lang zonder haperen blijmoedig zat te zijn.
Voor het eerst gaf ik mij over aan Zomergasten. Legde ik me neer bij wat nu eenmaal gegeven is. Keek ik. En ik kan niet ontkennen dat wat Griet Op de Beeck liet zien het aanzien waard was. Ik kan ook niet ontkennen dat Griet Op de Beeck een samenhangend verhaal had waarin de fragmenten volkomen op hun plek vielen. Eigenlijk was het een Zomergasten zoals Zomergasten volgens mij bedoeld is: een genoeglijke avond met interessante beelden en een best wel goed gesprek.
Natuurlijk kun je op alle slakken zout leggen, maar soms is de algemene indruk zo positief dat dat niet nodig is. Dat een gastheer niet altijd op het juiste moment de juiste vragen stelt, doet er niet altijd even veel toe. Als de gast de regie overneemt zonder de gastheer te schofferen, kan het eindresultaat bevredigend zijn.
Maar… dacht ik een dag later…
Net als die andere gast uit Vlaanderen hield Griet Op de Beeck de hele avond vast aan wat ze voor waar houdt. Predikte ze haar evangelie, net als hij het zijne drie weken geleden. Hem werd dat kwalijk genomen, zij werd geroemd, geprezen en in armen gesloten.
Net als toen was er geen speld tussen te krijgen. Ook de redeneringen van Griet Op de Beeck waren sluitend. Met haar hele wezen ademde zij de opvatting dat de mens in staat is om tegenslagen te overwinnen als hij dat wil. Als hij zich niet door hoop laat verlammen. Want je moet er wel wat voor doen om aan omstandigheden te ontsnappen.
De gastheer restte dit keer de ondankbare taak om in te breken. Om voor de vorm vragen te stellen, terwijl alles eigenlijk al duidelijk was. Wat Griet Op de Beeck niet vertelde, vulde de kijker zelf aan of in. Dat was niet zo moeilijk, want iedereen kon zich in haar herkennen. Of tenminste in haar verplaatsen. Zo gaat dat als iemand vanaf het eerste moment sympathie opwekt.
Dus… vroeg ik me af
Is deze Zomergasten wel zo geslaagd als ik tijdens het kijken dacht? Had ik me niet in de luren laten leggen doordat ik veel van wat Griet Op de Beeck liet zien niet kende? Was ik niet te positief omdat zij aan alles dat ik al over haar gelezen had dankzij die fragmenten toch nog iets toe wist te voegen?
Schijnbaar is er op Zomergasten altijd iets af te dingen.
Wat ik me na afloop ondanks de vragen van Thomas Erdbrink wel direct afvroeg was: wat doet Griet Op de Beeck in literair opzicht met de werkelijkheid? Is de kern van haar schrijverschap haar stijl (ze kan wel formuleren) of haar thematiek? En in dat laatste geval: weet ze haar materiaal dan zo te transformeren dat het er in haar boeken minder duidelijk dan tijdens Zomergasten op ligt dat ieder mens het verdient gezien te worden en dat iedereen een kans heeft om boven zijn geschiedenis uit te stijgen.
Daar werd ik tijdens het kijken wel benieuwd naar. Dus ga ik haar lezen. Dat heeft ze dan toch bereikt.
(De afgelopen vier jaar schreef ik tijdens Zomergasten mee om de volgende dag een verhaal te maken op basis van mijn aantekeningen. Dit jaar zag ik daar om allerlei redenen vanaf (onder andere omdat de tijd die dat kost niet opweegt tegen het effect, en onder andere ik dit jaar wel weer eens wil zien wat de gasten zeggen). Ik heb me wel voorgenomen elke week iets te schrijven.)
Paul van de Wiel says
Volgens mij heeft Griet op de Beeck een spreektempo dat door een gemiddeld kijker/luisteraar geen drie uur te volgen is. Misschien kun je haar boeken dus beter lezen als je in haar thematiek geïnteresseerd bent. Maar ja, die thematiek kon ik dus niet zo goed volgen.