Liefde is… (niet) hebben en (niet) houden
Alex is opgegroeid zonder vader en dat heeft voordelen. In tegenstelling tot anderen, die het moeten doen met een concreet voorbeeld, kan hij kiezen uit talloze rolmodellen. In dat opzicht verschilt zijn werkelijkheid niet zo heel veel van de rollenspelen die hij speelt als hij gamet.
Dat zijn moeder nooit de moeite heeft genomen om duidelijkheid te scheppen, wordt pas echt pijnlijk als zij Alex tijdens een begrafenis zelf tot de conclusie laat komen dat de overledene zijn vader was.
Bij die gelegenheid ontmoet Alex ook Diederik Stegman – ‘bijzonder hoogleraar Letterkundige Manuscripten’ – die de overledene zijn beste vriend durft te noemen. Ook Diederik ziet dat Alex op de overleden kunstenaar Lucas Brandmeester lijkt. Hij biedt onmiddellijk aan de zoon bij te praten over zijn vader.
Agatha/May/de moeder reageert uitermate koel op de ontmoeting tussen Diederik en Alex. Dat zij alle reden heeft de op het eerste oog goede bedoelingen van Diederik te wantrouwen weten op dat moment alleen hij en zij.
‘Alles is nu anders of dat zou het moeten zijn. Iets zwaars en belangrijks is verschoven en valt niet meer terug te schuiven’, constateert Alex aan het eind van de dag. Hoe complex de zaak is, kan hij op dat moment nog niet vermoeden. Daar komt hij pas gaandeweg achter, als hij het dagboek van zijn moeder leest. En dat is lang nadat hij bij Diederik op de koffie is geweest. En lang nadat de lezer kennis heeft kunnen nemen van Diederiks bekentenissen aan Agatha/May.
Dat dagboek – uit het begin van de jaren zeventig – is een van de bronnen die de lezer van Orewoet door Emy Koopman aangereikt krijgt om te reconstrueren hoe de liefdes- en vriendschapsverhoudingen tussen Lucas Brandmeester, Diederik Stegman en Agatha/May lagen. Ook Diederiks in dezelfde tijd geschreven brieven aan Agatha/May geven inzicht, maar steeds moet in ogenschouw genomen worden dat de afzonderlijke vertellers belang hebben bij het vertellen van hun kant van het verhaal, bij het in stand houden van illusies. Dat maakt dat ze tot onbetrouwbare vertellers, maar niet in de strikte, literatuurtechnische zin van het woord. Zij leiden niet per se moedwillig om de tuin, zij kunnen niet anders.
Wat waar is en wat niet, is een van de belangrijkste thema’s in Orewoet. Een thema dat Emy Koopman in diverse gradaties terug laat komen in haar debuutroman. Zij beperkt het niet tot de onmogelijkheid van het door iedereen op dezelfde wijze ervaren van de werkelijkheid. Bedrog, het opzettelijk manipuleren van de werkelijkheid; het trekken van voorlopige conclusies op basis van onvolledige informatie en het (maatschappelijk) oordelen over het vermogen van wie te boek staat als waanzinnig om waarheid en werkelijkheid onder ogen te zien en te doorgronden, raken vanuit andere perspectieven aan de kern van de zaak.
Meer dan in de feiten geven hun ego-documenten (!) inzicht in de karakters en drijfveren van Diederik en Agatha/May. Duidelijk wordt ook dat zij – gedreven door een vurig verlangen naar een grote liefde – steeds verder verwijderd raakten van wat zij – ieder afzonderlijk – als het ultieme samen zagen.
In hun levens speelde Lucas Brandmeester een belangrijke rol. Hoe hij tegen kwesties en tegen de mensen die zijn pad kruisten aankeek, blijft grotendeels gissen. Hij is dood en zijn kunst biedt onvoldoende aanknopingspunten. Of hij een compromisloos mens en kunstenaar was of uiteindelijk toch niet bestand was tegen opgedrongen verwachtingen kan hij zelf niet meer meedelen. De enigen die relatief onbevooroordeeld over hem kunnen oordelen zijn zijn zus en zijn zoon – maar hoe onbevooroordeeld is een puber, zeker als hij voor een fait accompli gesteld wordt. Alex klinkt stoer en onverschillig, maar zijn toon – hij is de derde stem in Orewoet – verraadt verdriet en ongenoegen, en naarmate het verhaal vordert, neemt het wankelen tussen wan en waan toe.
Oordelen. Ook een heikel thema dat Emy Koopman niet uit de weg gaat. De stap die zij terug in de tijd zet – Diederik en Agatha/May moeten terug naar het begin van de jaren zeventig om hun relatie met Lucas in een kader te plaatsen – heeft alles te maken met wat dat zij over het aanzien van de (anti)psychiatrie – Lucas Brandmeester is niet spoorloos verdwenen, maar tot op zekere hoogte in verzekerde bewaring gesteld – gezegd wil hebben (maar en passant komt ook een aantal met die tijd verbonden thema’s en kopstukken voorbij).
Geloof, hoop, liefde (van ontluikende tot brandende) en waanzin zijn ruimschoots vertegenwoordigd in Orewoet. Waarmee gesteld kan worden dat die op het eerste oog wonderlijke vlag – oerewoet: ‘Extase, drift, vurigheid! Liefde die grenst aan waanzin, heen en weer geslingerd worden tussen hoop en wanhoop’ – de lading dekt. Maar Hadewijch is niet alleen in de titel aanwezig. De bijzonder hoogleraar Letterkundige Manuscripten is een kenner van haar werk. Hij citeert haar als het zo uitkomt. En hij gaat verder, veel verder. Zoals hij vaak ver ging in het naar zijn hand zetten van de realiteit.
Emy Koopman laat in haar meer dan overtuigende debuutroman het conclusies trekken over aan haar lezers. Zij hebben overzicht en kunnen beoordelen of de verhalen van de diverse personages sporen. Ze mogen bepalen of een heden rechtstreeks uit een verleden verklaard kan en mag worden. Ze heeft voldoende kaas gegeten van het vertellen van verhalen om er op te kunnen vertrouwen dat ze niet al te expliciet hoeft te zijn. Ze heeft ook meer dan genoeg inzicht in de menselijke psyche om geloofwaardige personages neer te zetten. Personages die door een turbulent verleden tot elkaar veroordeeld zijn, maar elkaar daarna niet zo heel veel meer te zeggen hebben. Schoon schip maken doen ze uiteindelijk ieder voor zich.
Orewoet
Emy Koopman
Amsterdam : Prometheus, 2016
ISBN 978-90-446-2863-0
Leave a Reply