Het vierde van de vijftien stukken in Vroege werken: essays van Jan Postma is een lang verhaal – vijftig bladzijden – over Joseph Brodsky. Het begint met de dood, Brodsky’s dood en de overwegingen om Brodsky in Venetië te begraven. Jan Postma haalt daarbij Susan Sontag aan die vond dat Venetië vanwege het perfecte ‘nergens’ – als in ‘From nowhere with love’ – de perfecte laatste rustplaats voor Joseph Brodsky is.
Omdat hij het vervolgens uitgebreid heeft over het gedicht dat met ‘From nowhere with love’ begint:
‘Het duurde even voordat ik het gedicht terugvond in Strohalmen voor de lezer, de fraaie door Kees Verheul samengestelde “ruime keuze” uit Brodsky’s poëzie. De vertaling heet “Rededeel” en de regels hebben stuk voor stuk de neiging aan mijn begrip te ontsnappen: zodra ik ze denk vast te hebben en ik mijn concentratie verleg naar een volgende regel, een volgend beeld, beginnen ze zich los te wurmen. Het gedicht zelf is een brief vol verlangen, haast uitgeschreeuwde nostalgie. Nu wil andermans zucht naar vroeger nog weleens op de zenuwen werken, maar in Brodsky’s geval is de pijn van het grote verdwijnen van alle dingen te allen tijde geloofwaardig. De verteller verhaalt van een onrustige nacht en van een even geestelijk als fysiek verlangen naar een vrouw of vriendin die in een ver verleden is verloren; iemand die, anders dan de verteller, niet in een land van cowboy is opgesloten in een huis waar de sneeuw tot de deurklink reikt, maar die ergens aan de andere kant van zeeën en oceanen een heel ander leven leidt.’
en dat gedicht me niet helder voor de geest staat, waardoor ik wat Jan Postma er over schrijft niet op waarde kan schatten, moet ik eerst Strohalmen voor de lezer: een ruime keuze uit de gedichten ontzetten, het gedicht Rededeel lezen:
Rededeel
Vanuit nergens met liefde tiendigste maartember
gewaardeerde beste beminde maar wie maakt niet uit
want herinneringen aan gelaatstrekken
ben ik eerlijk gezegd inmiddels helemaal kwijt
niet uw noch iemand anders toegewijde vriend
groet u vanuit een continent waar cowboys rijden;
veel meer dan van engelen en van Hem hield
ik van jou ben dus verder van jou dan van hen beiden;
in het holst van de nacht diep in een vallei
in een stadje met sneeuw tot aan de deurknoppen
lig ik te draaien, woel m’n laken opzij
(vergelijk het met doorgeslagen stoppen)
brul jouw naam, schud mijn hoofdkussen op
aan de overzijde van zeeën en oceanen
terwijl mijn lichaam jouw contouren van top
tot teen als een mesjogge spiegel wil herhalen.
(vertaling: Peter Zeeman; uit: Strohalmen voor de lezer: een ruime keuze uit de gedichten)
voordat ik verder kan in Bewondering & ballingschap: over Joseph Brodsky.
Wat mij betreft had Jan Postma een punt mogen zetten na ‘geloofwaardig’.
Een eerdere versie van het essay van Jan Postma over Joseph Brodsky verscheen onder de titel 44 Morton Street op 3 februari 2016 in De Groene Amsterdammer.
Leave a Reply