Als het waar is wat Tim Parks in De roman als overlevingsstrategie: een nieuwe kijk op de relatie tussen schrijver, tekst en lezer betoogt – dat een roman voor een schrijver niet alleen het product is waarnaar hij streeft, maar ook een instrument waarmee hij invloed uitoefent op zijn omgeving, terwijl diezelfde roman na verschijnen ook bijdraagt aan het (ver)vormen van het imago van de schrijver, als het dus waar is dat werk en leven van een schrijver in elkaars verlengde liggen, dan moet het dus mogelijk zijn om uit dat werk de constitutie van de schrijver te destilleren.
Dan moet wie niet alleen zijn oeuvre kent maar ook de schrijver in kwestie, kunnen vaststellen of die schrijver oprecht, en zijn gedrag coherent, is. Of hij zichzelf en zijn vak (en dus zijn lezers) serieus neemt. Zelfs of hij kan schrijven en deugt.
Misschien zijn dat voorbarige conclusies: ik heb De roman als overlevingsstrategie nog lang niet uit. Het is nog maar een paar bladzijden geleden dat ik me bereid verklaarde zijn definitie van creativiteit te aanvaarden:
‘Ik zou de lezer zelfs willen vragen om dat als een mogelijke omschrijving van creativiteit te willen zien: de kunst om binnen de conventie van narratieve fictie – maar het kan ook een schilderij of muziekstuk zijn – de emotionele tonen en krachten te kunnen opwekken waarin de verteller leeft, de mentale wereld waarbinnen hij zich beweegt.’
(vertaling: C.M.L. Kisling)
Tim Parks is nog maar net aan de onderbouwing van zijn alternatieve kijk op de wisselwerking tussen schrijver, tekst en lezer begonnen, maar mijn hoofd tolt al. Misschien omdat ik niet toch al niet in de heiligheid van teksten en de onaantastbaarheid van schrijvers geloof. Die hobbel hoeft Tim Parks in mijn geval dus niet te nemen.
Voor de duidelijkheid: ik ben geen aanhanger van de idee dat elke roman een verkapte autobiografie is. Ik neem wat ik lees automatisch voor fictie aan, maar onderschrijf dat een schrijver alleen uit eigen bronnen kan putten. Enige autobiografie is dus onvermijdelijk, en zelfs wat niet als zodanig herkend wordt, kan dat ondanks dat toch zijn. Maar dat is niet wat Tim Parks bedoelt, als ik Tim Parks tot nu toe goed begrijp.
Leave a Reply