Ooit strandde ik bij paal 9 met een oude dame die haar eigen krachten verkeerd ingeschat had. Ze parkeerde haar DAFje een slag verder. We doorkruisten de duinen, waarna zij uitgeput neerzeeg, hopend op een wonder. We hadden geluk. Er verschenen twee meiden die ons een lift aanboden naar haar auto. Eind goed, al goed.
Gisteren was ik er weer even. Dit keer met de dochter van de oude dame. We sloegen er het waaien gade.
Weer aan de overkant stuitte ik in Het wolkenreparatieatelier van Peter Swanborn op een gedicht over een paal 9.
Paal 9
Een zwerm komma’s en punten, slordig opgestegen
vanaf de horizon. Dichterbij nemen ze hun plaats in,
trekken zwarte strepen, vliegen in steno bovenlangs.
Verder landinwaarts valt de code, ongebroken, uiteen.
Door het gedicht Oudeschild op dezelfde pagina denk ik dat het over de plek gaat waar ik eerder die dag stond. De komma’s en de punten heb ik niet gezien. Het enige dat vloog, neerstreek en weer opsteeg was de vlieger van een plankzeiler.
Het wolkenreparatieatelier
Peter Swanborn
Amsterdam : Podium, 2018
ISBN 979-90-5759-911-8
Leave a Reply