In Teylers Museum in Haarlem zag ik ooit voor het eerst een Rafaël. De tekening hing achter een gordijntje. Ik vond het opzij schuiven van dat gordijntje een magisch moment. Het gaf mij de gelegenheid om even oog in oog te staan met een tekening waarvan ik me eigenlijk niet kon voorstellen dat hij zo ongeschonden de tand des tijds had doorstaan. Want dat het een heel oude tekening betrof, was me voordat ik mocht kijken ingeprent.
Vorige week zaterdag bezocht ik, op de valreep, in datzelfde Teylers Museum de aan Leonardo da Vinci gewijde tentoonstelling. Er kwamen dit keer geen gordijntjes aan te pas. Het licht was gedempt. Dat was het. Er heerste een bijna serene rust en er werd intensief gekeken.
Althans zo was het in de eerste zaal, de zaal waar de werken van Da Vinci in de meerderheid waren. In de tweede zaal heerste een totaal andere sfeer. Alsof de bezoekers hun kijkspieren moesten uitschudden na een uur ingespannen turen. In die tweede zaal hingen tijdgenoten en mensen die zich door het werk van Leonardo da Vinci hadden laten inspireren.
Tussen de tronies in die tweede zaal bevond zich ook een plaatje van ‘the Duchess’ uit Alice in Wonderland, want zij is een verre verwant van een door Da Vinci geportretteerde vrouw. Het origineel is verloren gegaan, maar via zijn leerling Francesco Melzi krijgt de kijker er een indruk van.
In Aantekeningen bij Alice gaat Martin Gardner in op de gelijkenis tussen beide dames:
‘Het is waarschijnlijk dat hij [John Tenniel, lw] een schilderij kopieerde dat wordt toegeschreven aan de zestiende-eeuwse Vlaamse kunstenaar Quinten Matsys. Het wordt beschouwd als een portret van de veertiende-eeuwse hertogin Margarete van Karinthië en Tirol. Zij stond bekend als de lelijkste vrouw uit de geschiedenis. (…).
Daarnaast zijn er talrijke gravures en tekeningen die vrijwel gelijk zijn aan Matsys’schilderij, waaronder een tekening van Francesco Melzi, een leerling van Leonardo da Vinci. Die maakt deel uit van de Koninklijke Verzameling van Buckingham Palace en heet een kopie te zijn van een verloren origineel van Da Vinci.’
(vertaling: Nicolaas Matsier)
Martin Gardner houdt een kleine slag om de arm waar het de oorsprong van de Hertogin betreft.
In Lewis Carroll & His Illustrators: Collaborations & Correspondence, 1865-1898 zocht ik tevergeefs naar een verwijzing naar bron dan wel illustratie.
Behalve de ‘kopie’ van Melzi (1510-20?) en de illustratie van John Tenniel hangen er nog twee koppen die van het portret dat Da Vinci maakte zijn afgeleid, waaronder de door Gardner genoemde Oude vrouw met mismaakt gezicht van Quinten Massijs (ca. 1520), en Koning en koningin van Tunis van Wenzel Hollar (ca. 1645).
In de aan de tentoonstelling gewijde aflevering van Teylers Magazijn licht Michiel Plomp, de samensteller van de tentoonstelling, onder de titel Leonardo, Massijs en Alice in Wonderland dit beeldrijm kort toe. Hij vindt het ‘een fraai voorbeeld van het voortleven van beeldtaal over diverse eeuwen en landen.’
Nadat John Tenniel haar van een smoel voorzag, kreeg de hertogin nog heel veel andere gezichten.
Leave a Reply