Vakmanschap is…
Na Waarover ik praat als ik over hardlopen praat – waarin schrijven weliswaar ondergeschikt was aan hardlopen, maar Haruki Murakami wel verbanden legt tussen het lopen van lange afstanden en de discipline die nodig is om een schrijvend bestaan te leiden – bundelt Haruki Murakami in Romanschrijver van beroep opnieuw een aantal essays tot een boek. Dit keer gaat het wel over schrijven, maar minder over de schrijver Haruki Murakami dan zijn lezers wellicht verwachtten en hoopten.
Essays zijn voor Murakami onverplichte tussendoortjes waarmee hij de tijd vult dat hij niet, nog niet of even niet (tijdens het ‘besterven’, onderdeel van het nauwgezette reviseerproces dat Murakami in acht neemt) aan een roman of een verhaal werkt. Last van een writer’s block heeft Murakami nooit, omdat hij als het schrijven van fictie niet loopt zoals hij hoopt – hij is heel strikt in het aantal pagina’s dat hij per dag moet halen – terug kan vallen op het vertalen van Engelstalige literatuur of het schrijven van stukken waarbij de nadruk niet ligt op verzinnen.
Essays over een manier van schrijven
Zes van de elf essays – ‘stukjes’ noemt hij ze zelf – in Romanschrijver van beroep bood Haruki Murakami aan toen het tijdschrift Monkey Business hem om een bijdrage vroeg. Hij stond aanvankelijk een kort verhaal (dat hij net klaar had) af, maar bedacht zich en stelde een serie over schrijven voor. Stukken die ook al op de plank lagen, want: Haruki Murakami schrijft niet in opdracht, schrijft hij in Romanschrijver van beroep.
Hoewel hij ingaat op tal van aspecten die het schrijven in het algemeen en zijn eigen schrijverschap in het bijzonder betreffen, laat Haruki Murakami in zijn essays zelden het achterste van zijn tong zien. Wie Romanschrijver van beroep uit heeft, weet nog steeds niet precies hoe en waarom Murakami het doet en kan alleen maar vermoeden hoe uit zijn kijk op de wereld, zijn kritiek op de Japanse samenleving en schoolsysteem en zijn karakter de romans en verhalen ontstaan waarin éénlingen dwalen in die ‘parallelle’ wereld die zo vaak genoemd wordt als het werk van Murakami besproken wordt. ‘Persoonlijk kan ik alleen op deze manier schrijven en dus schrijf ik gewoon zo.’ Daarmee is wat Murakami betreft de kous eigenlijk af.
Wat er bij schrijven komt kijken
Eigenlijk, want hij blijkt wel bereid om enig inzicht te verschaffen. Hij deelt zijn opvattingen over het wezen van de romanschrijver, die volgens hem niet buitensporig intelligent hoeft te zijn, maar wel over doorzettingsvermogen moet beschikken. Het schrijven van één roman is volgens Murakami geen kunst, maar romanschrijver blijven, is weinigen gegeven. Zelf kan hij zich overigens maar weinig debuten herinneren die indruk maakten.
Haruki Murakami heeft het in Romanschrijver van beroep ook over het moment waarop hij zich realiseerde dat hij schrijver zou kunnen worden – tijdens een honkbalwedstrijd: het verhaal is voor wie Murakami volgt bekend; over de zin en onzin van literaire prijzen (onzin, hoewel Murakami toegeeft dat de bekroning van zijn debuut zijn schrijverschap een positieve wending gaf; over schrijver zijn in tijden van geen-oorlog (er zijn ook voor wie geen getuige is geweest van historische gebeurtenissen genoeg mogelijkheden: originaliteit zit vaak in een klein onderwerp; over het aanleggen van een herinneringenarchief; over de lichamelijke kant van het schrijven (waarbij het ook weer over hardlopen gaat); over personages en de noodzaak ze een naam te geven (die noodzaak voelde Murakami pas toen hij complexe romans ging schrijven); over het eindeloos reviseren van een tekst (en de klik met redacteuren); over lezers (die Murakami doorgaans mijdt) en over schrijven en gelezen worden buiten Japan (waar hij zich gevrijwaard voelt van vooroordelen, maar ook ervaart hoe verbonden hij zich met ‘die oorspronkelijke bodem’ voelt.
Autobiografie of handboek?
Waar zijn anekdotische essays het lezen inhoudelijk wel waard zijn, is het de toon die stoort. Haruki Murakami maakt zo vaak een voorbehoud en verexcuseert zich zo regelmatig dat het zijn geloofwaardigheid schaadt. Murakami heeft op basis van zijn loopbaan – hij is al veertig jaar schrijver – recht van spreken, zelfs als in aanmerking genomen wordt dat iedere schrijver op zijn eigen wijze schrijver is. Het is niet en hij heeft het niet nodig om steeds maar te benadrukken dat het persoonlijke opvattingen zijn. Zelfs niet als de schrijver in kwestie benadrukt hoe hij steeds zijn eigen weg en gevoel gevolgd heeft.
Wat een overwegend positieve beoordeling van Romanschrijver van beroep ook in de weg staat is dat Murakami op twee gedachten blijft hinken. Het blijft onduidelijk wat Romanschrijver van beroep primair is: een autobiografie of een handboek voor schrijvers. Voor het eerste houdt Murakami zich teveel op de vlakte, voor het tweede is Romanschrijver van beroep niet praktisch genoeg.
Twee grote vragen
Murakami laat de lezers van Romanschrijver van beroep met tenminste twee grote vragen achter. De eerste, zoals hierboven al opgemerkt, is de vraag naar het hoe en waarom van het wezen van zijn werk (maar misschien moet je daarvoor niet bij de schrijver zelf zijn.
Al verklaart Murakami dat het schrijven van Romanschrijver als beroep hem op dit punt inzichten verschaft heeft:
‘Door fysiek mijn handen te bewegen en zinnen te schrijven, die keer op keer te herlezen en minutieus te herschrijven, lukt het me uiteindelijk orde te scheppen in mijn hoofd en vat te krijgen op de inhoud zoals iedereen dat doet. Dat is volgens mij dan ook de reden dat ik er pas na al die jaren, door de in dit boek gebundelde teksten te schrijven en meermaals aan te passen, in ben geslaagd een systematisch overzicht te krijgen van mezelf als romanschrijver en van het feit dat ik romanschrijver ben.’
(vertaling: Luk van Haute)
hij deelt slechts een deel van die inzichten. Waarschijnlijk zien bijvoorbeeld Jay Rubin – Haruki Murakami and the Music of Words – en Matthew Carl Strecher – The Forbidden Worlds of Haruki Murakami – uiteindelijk beter dan Murakami zelf hoe zijn universum tot stand is gekomen). Het raadsel is met Romanschrijver als beroep misschien niet vergroot, maar toch ook niet opgelost. De mythe Murakami blijft in stand.
De tweede vraag heeft betrekking op de manier waarop Haruki Murakami zich in de essays in Romanschrijver van beroep presenteert. Getuigen die essays van (valse) bescheidenheid (en/of is hier toch sprake van een cultuurkloofje en is Murakami als hij geen fictie schrijft Japanser dan hij zelf denkt of toe wil geven) of is dit gewoon de autobiografische non-fictie variant van de volstrekt eigen wijze van vertellen die Haruki Murakami zich in de loop der jaren eigen gemaakt heeft.
Romanschrijver van beroep
Haruki Murakami (vertaling: Luk van Haute)
Amsterdam : AtlasContact, 2019
ISBN 978090-254-4983-4
Robby says
Als ik zijn boek lees voel ik vooral de nederigheid van de man naar boven komen. Ondanks zijn grote succes waant Murakami zich niet beter dan de rest, terwijl we allemaal weten dat hij een groot talent is.