Nu echt voor volwassenen?
Ik was al volwassen toen ik kennismaakte met de dierenverhalen van Toon Tellegen. Voor de bibliotheek waar ik toen werkte, schafte ik Er ging geen dag voorbij aan (en daarna nog veel meer titels). Hoewel die dierenverhalen terechtkwamen op de jeugdafdeling, waren ze ook aan mij zeer besteed. Ik las ze, en ik las er vast iets anders in dan de kinderen die de boeken kwamen lenen. Net als veel in het oeuvre van Toon Tellegen gaan zijn dierenverhalen over la condition humaine.
Dierenverhalen
Toen ik al lang geen bibliothecaris meer was, kregen de dieren uit de verhalen een plek in romans. In die romans laat Toon Tellegen zijn dieren lijden: zo heeft de olifant last van dwangneuroses; is de sprinkhaan bang anderen teleur te stellen; put de stoftor zich uit in excuses omdat hij zichzelf niet de moeite waard vindt en wordt de krekel geplaagd door aanhoudende somberte.
Hoewel die romans duidelijk anders van toon zijn dan de dierenverhalen en Toon Tellegen er iets wezenlijk anders mee wilde zeggen dan met zijn voor kinderen geschreven boeken, bleven de personages in De eenzaamheid van de egel, De genezing van de krekel, Het vertrek van de mier, Het geluk van de sprinkhaan en Het verlangen van de egel (om maar een aantal titels in willekeurige volgorde te noemen) voor mij op de eerste plaats dieren, waardoor de ernst van hun situatie onvoldoende doordrong.
Menselijk lijden
Hoe de krekel er aan toe is, realiseerde ik me pas tijdens het ‘lezen’ van de graphic novel /beeldroman die Gwen Stok op basis De genezing van de krekel maakte. Gwen Stok houdt zich heel letterlijk aan het verhaal van Toon Tellegen en laat zijn dialogen intact, waarin de krekel het niet meer ziet zitten en niet in staat is om het sombere gevoel van zich af te schudden, hoe hard zijn medebosbewoners ook hun best doen om hem op te vrolijken.
Het essentiële verschil is echter dat de dieren bij Gwen Stok geen dieren meer zijn met menselijke eigenschappen, maar (gekostumeerde?) mensen met een masker. In plaats van dieren die opgezadeld zijn met typisch menselijke kwalen, zijn het nu mensen met een mankement (de anderen net zo goed als de krekel, hun hulpvaardigheid legt hun maleur bloot).
(Medium) close-up
Gehuld in de tekeningen – in (veel) zwart, wit en grijs (en goudgeel waar de hoop op genezing gloort) – van Gwen Stok, komt de tekst van Tellegen harder aan, waardoor de ‘lezer’ met zijn neus op de feiten gedrukt wordt. De personages worden door Gwen Stok ingekaderd en krijgen weinig bewegingsruimte. In filmtermen: Gwen Stok maakt veelvuldig gebruik van medium close-ups en close-ups.
Gezichtsuitdrukkingen en lichaamshouding onderstrepen hoe erg de krekel er aan toe is (en hoe de andere personages zich het lot van de krekel aantrekken). Toch waakt Gwen Stok voor een teveel aan details.
Meer dan het origineel vormt de getekende versie van De genezing van de krekel één geheel, een doorlopend verhaal, zodat de focus op de somberte – de onwrikbare gevoel in het hoofd van de krekel – ligt. Dat, en het ‘verstrippen’ en de belettering door Frits Jonker, maakt De genezing van de krekel toegankelijk voor een nieuwe doelgroep. Meer nog volwassenen zullen jongeren/jong volwassenen die zelf last hebben van somberte/depressies zich in personages in De genezing van de krekel herkennen.
De genezing van de krekel
Toon Tellegen & Gwen Stok
Amsterdam : Querido, 2019
ISBN 978-90-214-1626-7
Leave a Reply