Kijken in de ziel van Johan van Oldenbarnevelt
‘Dagboek Oldenbarnevelt gevonden’ kopte kranten niet voor niets op 13 mei jl. Op 13 mei was het precies vierhonderd jaar geleden dat Johan van Oldenbarnevelt op het Binnenhof onthoofd werd. Dat het niet letterlijk om het dagboek van Van Oldenbarnevelt ging – maar om de aantekeningen die zijn kamerdienaar -weliswaar op basis van wat Van Oldenbarnevelt zelf tijdens zijn gevangenschap noteerde – maakte in de laatste maanden van Van Oldenbarnevelts leven, maanden die hij in gevangenschap doorbracht – bleek pas halverwege de berichten. Dat er inhoudelijk weinig nieuws te melden viel, bleef helemaal onbenoemd.
Hoe dan ook: de aantekeningen van vertrouweling Jan Francken waren tweehonderd jaar kwijt en werden bij toeval gevonden in de boedel van een overleden persoon die misschien wel nooit geweten heeft wat hij precies in huis had.
Gevangenisliteratuur
Ik moest meteen aan Nicolaas Matsier denken toen ik het bericht over het ‘dagboek’ las. Nicolaas Matsier die De Advocaat van Holland schreef, een roman over de negen maanden die Johan van Oldenbarnevelt in gevangenschap op het Binnenhof doorbracht. In De Advocaat van Holland begrijpt de staatsman niet wat hem overkomt. Hij, die het zo lang voor het zeggen heeft gehad, wordt van het ene op het andere moment in zijn vrijheid beperkt. Opgesloten wordt hij gedwongen het recente verleden te reconstrueren en na te gaan wat hij over het hoofd gezien heeft. Wordt hij gedwongen zichzelf te verdedigen tijdens verhoren die voornamelijk voor de vorm plaatsvinden.
Prins contra raadpensionaris
Johan van Oldenbarnevelt, eens vertrouweling van Willem van Oranje, was uiteindelijk niet opgewassen tegen de macht van prins Maurits. Hoe ver hun denkbeelden – politiek en religieus – uiteenliepen, werd meer dan ooit duidelijk toen er tijdelijk geen gewapende strijd viel te leveren (wapenstilstand tijdens wat nu de Tachtigjarige Oorlog heet) en de prins zich ging bemoeien met zaken waar raadpensionaris/landsadvocaat Van Oldenbarnevelt het voor het zeggen had gekregen.
Van Oldenbarnevelt is zich van geen kwaad bewust als hij onderweg naar zijn werk op bevel van prins Maurits staande wordt gehouden. Dat hij zich zorgen moet maken, is voor de lezer – ook als hij de historische feiten niet paraat heeft – dan al duidelijk. Nicolaas Matsier maakt in het eerste hoofdstuk al subtiel duidelijk dat het tij aan het keren is en de rol van ‘de Advocaat’ uitgespeeld is. Hij moet zijn keuzes en de manier waarop hij die verdedigd heeft met de dood bekopen.
Historische roman
Hoewel De Advocaat van Holland ook een historische roman is – terwijl Matsier nergens geschiedkundige feiten op een rijtje zet – ligt de nadruk op de psyche van Van Oldenbarnevelt. Nicolaas Matsier koos voor de derde persoon enkelvoud, maar hij zit zijn personage zo dicht op de huid dat de ‘hij’ ook opgevat kan worden als een op zijn eigen denken en doen reflecterende Van Oldenbarnevelt. Zij het dat die Van Oldenbarnevelt nog niet weet hoe er vier eeuwen na zijn onthoofding op zijn leven, veroordeling en terechtstelling teruggekeken wordt (en ook geen weet heeft van het eigen leven dat zijn ‘stokske’ en zijn ‘brillehuisje’ zullen gaan leiden of hoe beroemd zijn laatste woorden – ‘maak het kort’ – zullen worden). Waardoor een prettig soort dubbelzinnigheid ontstaat.
Ontheemd en eenzaam
Namens Johan van Oldebarnevelt registreert Nicolaas Matsier heel precies en schrijft wat hij constateert op een ingetogen manier op, zonder zuinig te zijn. Het gaat Nicolaas Matsier om de gebeurtenissen én de muizenissen. Wat inmiddels als historisch feit de geschiedenisboeken ingegaan is, krijgt daarbij net zoveel aandacht als lokale schermutselingen en huiselijke beslommeringen (want Van Oldenbarnevelt hecht aan het thuisfront en schermt met zijn rol als pater familias). Waardoor het isolement in zijn met eigen huisraad ingerichte ‘cel’ benadrukt wordt en zijn eenzaamheid onderstreept.
Hoeveel kennis van zaken Van Oldenbarnevelt ook had en hoe bedreven in het in handen houden van de touwtjes: hij krijgt maar met moeite greep op wat hem overkomt en wil aanvankelijk niet toegeven dat er ook een andere kant aan kwesties zit. Dat hij het in de ogen van anderen niet bij het juiste eind had. Van Oldenbarnevelts heroverwegen biedt Matsier de mogelijkheid om zonder de geschiedenis geweld aan te doen die historische feiten te benadrukken die tekenend zijn voor de wijze waarop zijn personage oordeelt en handelt.
Jan Francken
In De Advocaat van Holland is ook een rol weggelegd voor Jan Francken. Hij houdt Van Oldenbarnevelt gezelschap en treedt op als intermediair tussen ‘de gevangene’ en de mannen die het voor het zeggen hebben. Hij maakt het mogelijk dat Van Oldenbarnevelt zich zo goed en zo kwaad als dat gaat voorbereidt op het proces dat hem wacht en wat er nog afgehandeld moet worden afhandelt.
De jonge Francken is de enige over wie Van Oldenbarnevelt nog iets te zeggen heeft, maar hij gaat naarmate de tijd verstrijkt steeds meer waardering opvatten voor diens toewijding en tegenwoordigheid van geest (Francken zag onder andere kans om Van Oldenbarnevelts aantekeningen en brieven naar buiten te smokkelen).
Lichaam en ziel
Met zijn vertelperspectief refereert Nicolaas Matsier aan Jan Francken. Ook Jan Francken schreef in de derde persoon enkelvoud over Johan van Oldenbarnevelt. Hij probeerde zo getrouw mogelijk weer te geven wat hij gedeeltelijk ook zelf meegemaakt had. Hij was een ooggetuige. En een ondergeschikte. Nicolaas Matsier is geen van beide. Hij is romancier en kan zich daardoor meer en andere vrijheden permitteren dan Jan Francken.
Ook al schreef hij een historische roman en baseerde hij zich op bronnen, Nicolaas Matsier volgde de feiten niet slaafs. Ronduit gewaagd is wat hij aan het eind van De Advocaat van Holland doet. Het verhaal houdt niet op op het moment dat Van Oldenbarnevelt onthoofd wordt.
Wanneer zijn hoofd van zijn lichaam gescheiden wordt (en en passant ook nog twee vingers) laat Nicolaas Matsier hem, met veel meer overtuiging dan in het openingshoofdstuk, zijn geloof belijden. Dat levert een aantal binnen het kader van de verder vrij zakelijke roman nogal surrealistische hoofdstukken op. Hoofdstukken waarin Van Oldenbarnevelt zich revancheert en weer boven de partijen staat. Hij is weer even even zelfverzekerd als hij was voordat hij ‘de gevangene’ werd en behalve advocaat ook architect van ‘Holland’ was.
Vergeten staatsman
Nicolaas Matsier was, schrijft hij in het eerste van vijf essays over Johan van Oldenbarnevelt (en het schrijven van zijn roman) in Trouw, gefascineerd door het isolement van
‘de machtige man in zijn laatste maanden. Hij was incomunicado, zoals dat in het Spaans heet. Opgesloten in zijn eigen Binnenhof. Verstoken van zowat alle informatie waaraan hij gewend was geweest, spin in vele webben als hij was. Zonder toegang tot zijn eigen archief. Zonder advocaat, zonder papier en inkt, zonder beschuldiging. En grotendeels zonder daglicht en buitenlucht.’
Matsier vroeg zich van alles af over die man die niets anders kon dan afwachten:
‘Of hij zijn arrestatie werkelijk niet had zien aankomen? Of hij het slinken van zijn gezag niet in de gaten heeft gehad, vooral inzake de binnenlandse verhoudingen, en dan speciaal met betrekking tot de steeds grotere onderlinge onverdraagzaamheid – over en weer – tussen de orthodoxe calvinisten en de veelal remonstrantse machthebbers? Heeft hij niet voorzien dat de door hem zolang als hij kon tegengehouden Synode van Dordrecht er toch heus van ging komen? Dat zijn arrestatie alleen maar een kwestie van tijd was? Of heeft hij er domweg niet van willen weten, volhardend in zijn houding van de man die het weet en de macht heeft?’
De Advocaat van Holland is veel meer dan een verzameling antwoorden op voor de hand liggende vragen. Het is een overtuigende psychologische roman over een even kwetsbare als eigengereide man die in de ‘vaderlandse geschiedenis’ meer voorstelde dan er nu van hem is overgebleven.
De Advocaat van Holland
Nicolaas Matsier
Amsterdam : De Bezige Bij, 2019
ISBN 978-94-031-3640-0
Leave a Reply