Toegift bij een balsturig oeuvre
Twee keer werden de gedichten van C.B. (Cornelis Bastiaan) Vaandrager gebundeld. In beide gevallen was Hans Sleutelaar betrokken bij de selectie. Vaandrager’s totale poëzie (1981) bevat ‘alle tussen 1958 en 1974 in boekvorm en tijdschriften verschenen gedichten’, op aanwijzing van de auteur aangevuld met Andere kostuums, andere emoties. In 2008 verscheen Made in Rotterdam: verzamelde gedichten waarvan Sleutelaar samen met Martin Bril de bezorger was. Opnieuw werd wat in bundels en verspreid verscheen onder één noemer gebracht.
Supplement
Ondanks dat verwoede verzamelen bevat Made in Rotterdam niet alle gedichten die Cornelis Bastiaan Vaandrager schreef en publiceerde. Liefhebber/verzamelaar Karel ten Haaf (1962 – 2019) vond er nog 29 – eigenlijk 28, want Novilon bevat één nooit eerder gepubliceerd gedicht, dat het bezit van de samensteller is – en stelde een bundel samen.
De uitgever noemt Novilon ‘de uiteindelijke opvolger van Metalon (1986) en Sampleton (1990)’, maar dat is natuurlijk niet waar. Dit Novilon is niet de bundel die Vaandrager zelf voor ogen gestaan moet hebben, toen hij hintte op een derde deel van de trilogie met die naam.
De in Novilon gebundelde gemiste gedichten zijn tussen 1958 en 1992 – het jaar waarin Vaandrager overleed – geschreven dan wel gepubliceerd, en beslaan daarmee de hele werkzame periode van de dichter Vaandrager.
Meer dan een bundel is Novilon een supplement bij het verzamelde poëtische werk. Of de door Karel ten Haaf nu gebundelde gedichten dezelfde zijn als de gedichten die Sleutelaar en Bril voor Made in Rotterdam terzijde legden, is niet duidelijk. Sleutelaar en Bril noemen in hun verantwoording geen titels, Ten Haaf vermeldt alleen de oorspronkelijke verschijningsdata.
29 Chronologisch geordende gedichten
Karel ten Haaf bracht de gedichten onder in vijf genummerde, maar verder titelloze, afdelingen van ongelijke omvang die voorafgegaan worden door een motto:
(Citaat)
‘Die Zauberer haben umgelernt
und bedienen eine Stanzmaschine’
(Uit een overigens oninteressante folder – slechte
tekst, slechte lay-out, slechte illustraties – voor
Revox-bandrecorders)
De over die vijf afdelingen verspreide gedichten zijn in de chronologie waarin ze eerder verschenen geordend. Hoe voor de hand die ordening ook is, het zal een bewuste keuze geweest zijn van Karel ten Haaf, die voornemens was de ‘gemiste gedichten’ van een toelichting te voorzien, maar daar door zijn ziekte niet meer toe in staat bleek.
De chronologie maakt het in principe relatief eenvoudig om de ‘gemiste gedichten’ te vergelijken met poëzie uit dezelfde periode die Vaandrager’s totale poëzie en/of Made in Rotterdam wel haalde, waarna in principe een uitspraak gedaan zou kunnen worden over de kwaliteit van de nu gebundelde gedichten.
De vraag is of dat zinnig is, want dat deze gedichten nooit eerder gebundeld werden, zegt misschien iets over de kwaliteit van de gedichten, maar misschien wel net zoveel over degenen die zich intensief met de poëzie van Vaandrager bemoeiden.
(Geen) Dichter van de straat
Uit Vaan: het bewogen bestaan van C.B. Vaandrager van Menno Schenke blijkt dat eerst Hans Sleutelaar en later ook Martin Bril ingrepen in de tekst van de gedichten van Vaandrager. Zij vatten het begrip tekstbezorging volgens de biograaf wat al te ruim op. Over hun bemoeienis met Sampleton (1990) schrijft Schenke, nadat hij de gepubliceerde versie vergeleken heeft met het typoscript van Vaandrager:
‘Lezing van bovenstaande, langere, oorspronkelijke versies van poëzie uit Sampleton leert dat Cor Vaandrager excentriekere, barokkere gedichten in de aanbieding heeft gehad dan voorheen. Poëzie die evenwel niet strookt met zijn imago van de dichter van de straat die kale, stugge afgekloven verzen schrijft, zoals K. Schippers ooit opmerkte. Waar Hans Sleutelaar in de tijd van Gard Sivik en De Nieuwe Stijl stijlkritisch was, maar Cors gedichten veelal in hun waarde heeft gelaten, werpt hij zich bij Sampleton met Martin Bril op als bewaker van een imago.’
Schenke is hard in zijn oordeel over Sleutelaar en Bril:
‘Met het rode potlood in de hand miskenden ze een artistieke ontwikkeling die Cor Vaandrager doormaakte.’
Wel moet aangetekend worden dat Sampleton nooit verschenen zou zijn als anderen zich niet om Vaandragers poëzie bekommerd hadden. Wat er met zijn gedichten gebeurde nadat hij ze de wereld in geslingerd had, leek Vaandrager niet zo veel te kunnen schelen. Bovendien verkeerde hij toen al in een wat het beste omschreven kan worden als permanente staat van verwarring.
Vintage Vaandrager?
Een oordeel vellen over de kwaliteit van de poëzie in Novilon kan alleen als duidelijk is hoe ‘origineel’ de ‘gemiste gedichten’ zijn.
Een voorzichtige eerste conclusie zou kunnen zijn dat de gedichten in Novilon divers zijn. Dat er gedichten in opgenomen zijn die passen bij het imago van de straatdichter – rauw, direct en uit zijn leven gegrepen – dat volgens Sleutelaar en Bril schijnbaar gekoesterd moest worden, maar ook gedichten die hoewel herkenbaar als van Vaandrager – vanwege het fonetisch en het Rotterdams – veel minder readymade lijken. Gedichten die niet één-twee-drie te doorgronden zijn en door Schenke wellicht als excentriek en barok bestempeld zouden worden.
In hoeverre de in Novilon gebundelde ‘gemiste gedichten’ representatief zijn voor niet alleen het dichterlijke oeuvre en de artistieke ontwikkeling van de dichter Vaandrager weerspiegelen (versus de onttakeling van de mens Vaandrager), dat had ik graag in een nawoord van Karel ten Haaf gelezen. Zoals ik ook benieuwd was naar zijn mening over het gesjoemel met Vaandragers woorden en zijn kijk op het kunstenaarschap van Vaandrager. Kortom: Karel ten Haaf wordt node gemist. Als expliciteur en ambassadeur van de dichter door wie hij zelf blijvend beïnvloed werd.
Novilon: gemiste gedichten
C.B. Vaandrager
Rotterdam : Douane, 2019
ISBN 978-94-93020-08-5
Leave a Reply