‘Het is ongebruikelijk om onder aan de laatste bladzijde van je roman het woord “Einde” te zetten. In boeken voor de jeugd en in sprookjes zie je het nog weleens. Dan staat er “Einde”, “Einde van dit verhaal” of “Einde van deze episode”. Het is uiteraard dubbelop. Het boek is uit, dat kun je zien aan de bladspiegel en dan hoef je dat niet nog eens te vermelden.’
Wat Van Dale zegt en door Kees ’t Hart, Marja Pruis en/of Joost de Vries op de voorlaatste dag van het vorige jaar geciteerd werd, mag waar zijn, maar er is ook iets op af te dingen, en wel hierom.
Sinds kort lees ik behalve fysieke boeken ook wel eens iets op een e-reader (ik beschouw dat niet als een knieval en ga er ook geen gewoonte van maken, maar soms is het gewoon nodig omdat het papieren boek dat ik nodig heb in mijn boekenkast ontbreekt en via gutenberg.org in allerlei formaten wel beschikbaar is).
Vanmorgen maakte ik mij op voor de laatste vijftien procent van Fugitive Pieces van Lord Byron. Fugitive Pieces werd in 1806 in eigen beheer door Lord Byron uitgegeven – ‘To those friends at whose request they were printed, for whose amusement or approbation they are solely intended’. Byron werd in 1806 achttien.
Fugitive pieces bevat gedichten van verschillende pluimage. In Byron. A Portrait karakteriseert Leslie A. Marchand de bundel als volgt:
‘Half or the poems in his privately printed volume, which appeared in November with the title Fugitive Pieces, were school exercises, or satires on personalities and practices at Cambridge. The others were essays in gallantry in the manner of Thomas Moore. The frankly erotic poems, like the one “To Mary,” were probably inspired by his experiences in London.’
Toen ik gisterenavond aanbeland was bij Byrons vertalingen van de liefdesgedichten van Catullus en zijn kijk op Vergilius vond ik het mooi geweest. Zijn imitaties wilde ik bewaren voor een helder hoofd. Met nog vijftien procent Fugitive Pieces te gaan, zette ik mijn e-reader uit.
Vanmorgen verheugde ik mij op wat mij nog te wachten stond. En toen bleek het na twee gedichten op. Niet de batterij, maar de bundel. Met nog vijftien procent te gaan, bleek Imitated from Catullus. To Anna. het laatste gedicht uit de bundel. Daarna restten alleen nog de dienstmededelingen van Gutenberg die dus vijftien procent van de totale omvang van het bestand besloegen.
Niet voor niets wilde ik een aanmerkelijk deel van de bundel bewaren voor de volgende dag. Zoals ik ook altijd zorg dat ik voldoende pagina’s van een roman overhoud als het einde nadert. Ik heb nu eenmaal tijd nodig om weer in de sfeer van een werk te komen en ik wil voorkomen dat het einde losgezongen raakt van wat eraan voorafging en alleen daardoor mijn oordeel over een boek beïnvloedt.
Ik zal er dus aan moeten wennen dat een e-reader in dat opzicht minder betrouwbaar is dan een fysiek boek en dat ‘einde’ in het digitale domein een rekbaar begrip is.
Leave a Reply