Vanochtend werd op Twitter mijn aandacht gevestigd op het weblog van een Deense vrouw. Uit haar profiel valt weinig op te maken, maar het heeft er de schijn van dat ze mode-ontwerpster is en met haar man/vriend en dochtertje van 1 in Kopenhagen woont.
Schrijver Jan van Mersbergen deelde de link met zijn volgers en vervolgens vielen collega’s Jamal Ouariachi en Maaike Schutten hem bij in zijn walging.
Goed, toen moest ik natuurlijk even kijken. En er gebeurde iets vreemds. Ik verwachtte natuurlijk me een minuutje vrolijk te kunnen maken over een kneuterig huismoederblog met veel goedbedoeld, slechtgespeld knutseladvies en lelijke snotfoto’s van al even lelijk kroost, maar het tegenovergestelde gebeurde: ik moest breed glimlachen en bekeek alle foto’s met aandacht en plezier. Ik begrijp natuurlijk waar bij mijn tweeps de irritatie vandaan komt. Ik kan me ook gek ergeren aan het bombardement van beelden van gezellige, leuke dertigers die gezellig en leuk met gezellige, leuk gekleurde bekertjes op een gezellig en leuk grasveld/strandje/terras/loungebankstel/[vul maar in] zitten en het met hun gezellige, leuke kinderen heel gezellig en leuk hebben, terwijl iedereen weet dat de gemiddelde dertiger al lang blij is dat hij/zij op vrijdagavond, na een week werken, heen en weer racen naar school en kinderdagverblijf (in de regen, uiteraard), belastingpapieren invullen en allerhande ander gezeik even onderuit kan zitten op zijn/haar met viltstift en chocola bevlekte driezits. En deze Brinja is hierin overduidelijk niet onschuldig: gezien haar beroep en het feit dat ze op haar blog twee maal vermeldt zelf in een trendy tijdschrift te hebben gestaan ga ik er vanuit dat ze nauwe banden heeft met de tijdschriften- en marketingmafia.
Maar waar kwam dan toch die glimlach vandaan? Simpel: deze mevrouw heeft, in tegenstelling tot veel bloggers, een groot (in dit geval visueel) talent. Ze heeft oog voor kleur en compositie. Als zij aarbeien fotografeert, krijg ik zin in aardbeien. Om het over die foto van bier en pizza op een terras nog maar niet te hebben. Zelfs haar kleine dochtertje – een mooie babyfoto maken, dat valt nog niet mee! – ziet er daadwerkelijk lief uit. Deze foto’s zijn, kortom, gewoon goed. Daar komt nog mijn persoonlijke overtuiging bij dat het weblog, met zijn combinatie van autobiografie (met de bijbehorende, aan fictie grenzende, subjectiviteit en paradoxen: ‘Het weer is veel te mooi om binnen te zitten en te bloggen’, blogt ze), nadruk op het visuele en direct contact tussen maker en toeschouwer, wel eens dé kunstvorm van de toekomst zou kunnen gaan worden. Een overtuiging, overigens, die een belangrijke factor was bij het bedenken en opstarten van dit magazine.
Samengevat: ja, natuurlijk is het fake. Ze kan nog zo vaak haar eigen sokken, haar eigen familie en haar eigen appartement fotograferen, het is niet haar leven dat je ziet. Niemand brengt zijn hele leven picknickend en jurkjes hakend door. Of ze zelf in haar fictie gelooft doet er niet toe: het is nep, en met die nep probeert ze ook nog wat te verdienen, getuige de webshop die aan het blog vastzit. Dus, nogmaals, ik begrijp de irritatie van mijn collega’s. Maar, en nu komen we terecht in de klassieke ‘vorm of vent’ (goed dan: ‘vorm of vrouw’)-discussie, het doet er niet toe want het is mooie, goed gemaakte nep. Het is nep waar je met de nodige suspension of disbelief van kunt genieten. It’s art, stupid! Het is kunst, suffie!
Leave a Reply