Armando, dat is de dichter van de oorlog. De dichter met een obsessie voor het kwaad, de schrijver van werken met onheilspellende titels als Aantekeningen over de vijand. Ze kwamen past in dat beeld. Het opent ook met een echt ‘Armando-gedicht’:
Haat
Is de haat vergeten?
Als sneeuw voor de hevige regen?
Vraag de haat wanneer hij kwam,
hoe de haat ontstaan is,
aan welke grens de haat geduldig wachtte
om ongestoord naar binnen te komen.
Vraag de haat hoe lang hij duurt,
hoe breedsprakig hij wil zijn,
op welke hoogte haatgevoelens
kunnen leven.
O haat, doornige haat.
Zoals met Gedichten 2009 al gebleken was, heeft Armando poëtisch-technisch een heel hoog niveau bereikt. Je kan Ze kwamen dan ook niet openslaan zonder een goed gedicht te vinden. De alomvattende donkerte, in de gedaante van het menselijke kuddegedrag, het ‘Roep wat men wil dat men roept (‘Werkelijk’)’, de ‘helse vloek der volgzaamheid (‘Volgzaam’), die ons bestaan in de ogen van Armando altijd bedreigt wordt steeds beter en bondiger in taal vormgegeven. Maar het gaat ook vervelen, zo’n dichter die overal dreiging en dood ziet, bij wie alles beschoten, belaagd en bedreigd wordt. Vooral in een bundel die in eerste instantie niet meer lijkt te zijn dan een verzameling recent werk en die dus net zo goed ‘Gedichten 2011’ had kunnen heten.
Maar dat is schijn. Er zit wel degelijk een verhaal in Ze kwamen. Wat in eerste instantie een nauwelijks geordende verzameling van korte gedichten lijkt ontwikkelt zich, vanaf dat eerste gedicht ‘Haat’, van donkere poëzie over het kwaad in de richting van steeds mystiekere overpeinzingen. Jezus verschijnt ten tonele, hoewel zijn doornenkroon nog met het prikkeldraad van de oorlog vergeleken wordt. En het eindigt met het prachtige ‘Verklaring’:
Oppermachtig is, zo verklaar ik
het raadselachtige, het
onverwachte,
het onberekenbare.
Of is deze bewering te onstuimig, te blind,
te bloeddorstig?
Ja, ik heb het waarlijk verklaard.
Uit het donker is Armando in deze bundel naar de verlichting geklommen. Maar zijn belijdenis, zijn ‘zo verklaar ik’, krijgt hij niet over zijn lippen zonder vraag. Hij heeft te veel meegemaakt, te veel gezien om ooit nog een overtuiging te kunnen koesteren zonder meteen ook vragen te stellen. En zo is Armando, ruim over de tachtig, echt een dichter voor 2011.
Leave a Reply