– De lijfschrijver van de koning –
Voor de tweede keer verschijnt er van de hand van Kader Abdolah een boek met de titel De koning. Het eerste is een verhaal van zestien bladzijden, verschenen in 2002 ter gelegenheid van het afscheid van Jan Hendrikx als Commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel. Het tweede is een roman van 412 bladzijden. De roman boekstaaft het bewind van sjah Naser die Perzië aan het eind van de negentiende eeuw richting moderniteit – staatkundig, maatschappelijk en economisch – moet loodsen. Zo dat al lukt, is dat de verdienste van zijn vizier Mirza Kabir, een harde werker die, anders dan de sjah zelf, beschikt over kennis, contacten en tact. De koning staat bol van de conflicten. Perzië is verwikkeld in een strijd met grootmachten Rusland, Engeland en Frankrijk. Het land zelf zucht onder de dictatoriale macht van de sjah en roept om staatkundige vernieuwing, zeg maar democratie. Aan het hof groeit de rivaliteit tussen de sjah en zijn getrouwen en de vizier en zijn aanhangers. De sfeer is uiterst explosief, het kan niet anders of er vallen doden.
Met De koning lost de nimmer bescheiden en vaak verkeerd begrepen Kader Abdolah een schuld in. Eindelijk – 23 jaar na zijn vertrek uit Iran, achttien jaar na zijn debuut in Nederland – heeft hij genoeg afstand om met een grote roman over de geschiedenis van zijn land iets terug te doen voor dierbare achterblijvers die door zijn vlucht hun leven niet altijd zeker zijn. Zo ziet Kader Abdolah het zelf – en zo bezien is het verhaal uit 2002 een niet levensvatbare voorstudie.
Wat levert dat de Nederlandse literatuur op? Een nieuw genre, als het aan de schrijver ligt. In de inleiding plaatst Abdolah zijn roman namelijk in de traditie van de ‘Sjahname’, de koningsverhalen, een genre dat dichterlijke vrijheden toestaat in het belang van het behoud van historisch erfgoed. Als Kader Abdolah dat wil, is De koning een koningsverhaal.
Er komt echter een moment dat een schrijver een boek moet loslaten en moet toestaan dat anderen er iets over zeggen. Dat De koning een historische roman is, waarin de schrijver het niet zo nauw neemt de feiten bijvoorbeeld. Of: meer dan een historische roman is De koning een roman waarin een tijdloos beeld geschetst wordt van samenlevingen waarin een alleenheerser het voor het zeggen heeft. Een roman die dankzij de Arabische lente bij verschijning hoogst actueel was en daar toch niet van profiteert.
Alles goed en wel, maar eigenlijk is De koning niets meer en niets minder dan een op traditionele wijze verteld verhaal over macht en machtsmisbruik. Zonder opsmuk, zonder literaire hoogstandjes. Een roman die zich afspeelt in de oriënt, maar zich voegt naar de westerse smaak. Alle bedoelingen en aanbevelingen van de schrijver ten spijt.
De Geus, 2011
ISBN 978-90-445-1542-8
412 p., € 22,50
Leave a Reply