Osama bin Laden is niet meer. Dat is zeker sinds Al Qaida en de Taliban zijn dood hebben bevestigd. Zij bewezen Barack Obama daarmee een grote dienst. Dankzij hun verklaring is de noodzaak van het publiceren van de foto die het onomstotelijke bewijs vormt van de dood van Osama bin Laden komen te vervallen. Obama weigerde die foto publiek te maken. De foto
van de dode Bin Laden zou aanleiding kunnen geven tot oproer en represailles en aanzetten tot terrorisme. Veiligheidshalve werd afgezien van publicatie. Heel begrijpelijk, want: ‘de intentie van de fotograaf is niet bepalend voor de betekenis van de foto, die een eigen leven gaat leiden in overeenstemming met de grillen en loyaliteiten van de verschillende groeperingen die er gebruik van maken’, schrijft Susan Sontag in Kijken naar de pijn van anderen, een essay waarin zij zich afvraagt in hoeverre mensen bestand zijn tegen de wreedheid en verschrikkingen waarmee zij dagelijks via de media geconfronteerd worden.
Bij gebrek aan een lijk had een foto uitsluitsel kunnen geven. De pech voor Obama was echter dat op de foto een dermate geschonden Osama bin Laden stond – tenminste: dat is de indruk die gewekt werd en inmiddels bevestigd door senatoren die de foto’s wel hebben mogen zien – dat de foto behalve het bewijs van de dood van Bin Laden – als zijn gezicht tenminste niet onherkenbaar verminkt is – ook het bewijs van het gebruik van buitensporig veel geweld of een andere niet-legitieme daad zou kunnen zijn. Barack Obama waagde de gok: hij zag af van het openbaarmaken van de foto die de wereld het overtuigende – niet het wettige – bewijs zou leveren van de dood van Bin Laden en nam daarmee het risico dat Osama’s getrouwen en aanhangers zijn dood zouden ontkennen en tegenspreken. Het was een weloverwogen gok: een dode Bin Laden – en Obama beschikte wel over het bewijs van diens dood – kan niet meer van zich laten horen. Een dode Bin Laden kan zijn eigen dood niet meer tegenspreken en alleen Bin Laden zelf zou het overtuigende bewijs van zijn leven kunnen leveren (en bij gebrek aan een levende Osama zouden zijn getrouwen uiteindelijk toch hun ongelijk hebben moeten erkennen).
Foto of geen foto: Barack Obama kon niet voorkomen dat er door zijn trouwe bondgenoten, maar ook door de zoons van Bin Laden die het geweld van hun vader verafschuwden en afkeurden, kritische kanttekeningen geplaatst werden bij Operatie Geronimo. Obama gaf daartoe zelf aanleiding. ‘Na een vuurgevecht hebben ze [De Navy Seals, de elitetroepen die de operatie in de villa in Abbottabad waar Osama bin Laden verbleef uitvoerden, LW] Osama bin Laden gedood en zijn lichaam in beslag genomen’, zei hij in de speech waarin hij de wereld op de hoogte stelde.
Na en niet tijdens een vuurgevecht. Als Bin Laden het vuurgevecht overleefde, had hij gearresteerd kunnen worden. Schieten op een ongewapende Bin Laden – de Amerikanen verklaarden enkele dagen na Operatie Geronimo dat Osama bin Laden geen wapens droeg – is tegen alle internationale regels. Het is een smet op het overwinningsblazoen van Obama. Ook al is het begrijpelijk dat de Verenigde Staten van Amerika kostte wat kost af wilden rekenen met staatsvijand nummer 1, feit blijft dat de jacht eindigde met moord danwel een standrechtelijke executie.
Het is de vraag of het de bedoeling was om Bin Laden te arresteren. Wanted: dead or alive, zal het devies geweest zijn, en wel in die volgorde. Een levende Osama bin Laden zou Barack Obama, de Verenigde Staten en de wereld nog jarenlang hoofdbrekens gekost hebben. Rechtmatig was het doden niet, over de rechtvaardigheid wordt in kringen van juristen nog gedelibereerd. Boeven vangen is geen kinderspel, toch gelden uiteindelijk dezelfde wetten: handen omhoog of ik schiet. Zo is het waarschijnlijk gegaan. Door zich te verzetten, tekende Osama bin Laden zijn doodvonnis.
God zij dank verzette hij zich. Thank God, voor de Amerikanen.
(wordt vervolgd)
Leave a Reply