Het is naïef om te veronderstellen dat een blind vertrouwen in beelden gerechtvaardigd is. Als een beeld al ‘waar’ is, dan is het hoogstens een deel van de waarheid. Een beeld laat altijd meer niet zien dan wel. Dat heeft te maken met de gekozen kaders. Letterlijk en figuurlijk. Figuurlijk: de keuzes die redactioneel gemaakt worden. Letterlijk: het beeld zoals het gesneden is. Maar een beeld kan ook laten zien wat er helemaal niet is. Er zijn beelden waarvoor de werkelijkheid in scene gezet is omwille van het effect.
Het ligt voor de hand te denken dat het manipuleren van beelden iets is dat voorbehouden is aan het Photoshoptijdperk. Niets is minder waar. Photoshop heeft een nieuwe manier van ‘bewerken’ van beeldmateriaal mogelijk gemaakt, maar het is niet de enige manier waarop een beeld geretoucheerd en gemanipuleerd kan worden of de werkelijkheid geënsceneerd. Hoe vaak gebeurt het niet dat een fotograaf hèt moment mist en betrokkenen vraagt om de handeling te herhalen. Zolang het om het nogmaals overhandigen van een bos bloemen als dank voor bewezen diensten gaat, kan dat geen kwaad. Doen alsof het bij ‘De kus’ om een spontaan gefotografeerd liefdespaar gaat – zoals fotograaf Robert Doisneau deed – is ook nog relatief onschuldig. In 1945 won Joe Rosenthal de Pulitzer Prijs met zijn foto ‘The Raising of the Flag on Iwo Jima‘, de enige keer dat een foto die prijs won. De winnende foto was niet de foto die op het moment van beklimming en bezetting werd gemaakt. De fotograaf werd regisseur en maakte op een later tijdstip de ultieme foto, met een grotere vlag.
Hoe verwerpelijk of schadelijk het in scene zetten van een situatie of het manipuleren van beeld is, hangt af van het onderwerp en de maatschappelijke relevantie van dat onderwerp. De behoefte aan de bevestiging van de dood van Osama bin Laden was groot. Zo groot dat op de dag van de inval een foto rondging waarvan voetstoots werd aangenomen dat het om de dode Bin Laden ging. In de trekken van een ernstig verminkte man was voor wie dat wilde Osama bin Laden herkenbaar. Dat was geen verbeelding: in de foto is beeldmateriaal van Bin Laden verwerkt, genoeg om de illusie te kunnen wekken dat dit de dode Bin Laden zou kunnen zijn.
De techniek biedt meer dan ooit mogelijkheden om mensen om de tuin te leiden. En dat is – bekeken vanuit het standpunt van spin doctors en reclamemensen – in een tijd waarin beeldvorming nog steeds steeds belangrijker wordt een geruststellende gedachte. De kunst is om mensen ook daadwerkelijk te overtuigen. Om twijfel te zaaien en geloof te oogsten. Het onwaarschijnlijke en het onmogelijke zo te presenteren dat het waar zou kunnen zijn. Dat is de makers van de foto van de dode Bin Laden gelukt: diverse media plaatsten de foto zonder kritische vragen te stellen. Het hebben van een scoop is journalistiek zo’n groot goed dat zij het risico voor lief namen er naast te zitten. Rectificeren kan altijd nog.
Als ook de media zelf zo makkelijk om de tuin te leiden zijn – nadat zij zelf lange tijd het alleenrecht hadden op halve waarheden – is waakzaamheid geboden. Enerzijds mag niets te snel voor waar aangenomen worden. Anderzijds mag die waakzaamheid niet omslaan in achterdocht en argwaan, met een totaal ongeloof en wantrouwen tot gevolg. Voorkomen moet worden dat bij het kijken naar de foto van het illustere gezelschap in The Situation Room de gedachte opkomt dat zij helemaal nergens naar kijken. Dat een spin doctor bedacht heeft dat het goed is voor de beeldvorming om alle verantwoordelijken keurig gerangschikt in een te kleine ruimte samen te brengen. Dat Peter Souza de spelers in zijn tableau vivant zorgvuldig heeft opgesteld. Als niets meer voor waar aangenomen kan worden en de echtheid van alles ter discussie staat, is dat het failliet van de (foto)journalistiek en de wereld waarover bericht wordt.
(wordt vervolgd)
Willem says
“Het onwaarschijnlijke en het onmogelijke zo te presenteren dat het waar zou kunnen zijn.”
Was dat niet de functie van fictie, waar miljoenen mensen van smullen?
Lees ook: De ware toedracht, van Ton Derksen
(http://nl.wikipedia.org/wiki/Ton_Derksen)