Het is een grappige titel voor een dichtbundel, Krijg nou de lyriek. Alsof lyriek een enge ziekte is die je toch vooral iemand anders toewenst. Het is een titel die humor en ironie suggereert, maar binnen in de bundel vind je die toch te weinig terug. Barnard doet wel pogingen om luchtig te zijn, maar neemt zichzelf en zijn poëzie toch te serieus om zijn bundeltitel eer aan te doen. Zoals in ‘Zeven deuren’:
Je zit wat te mailen met je mede-intellectuelen
over een onvriendelijk regime, dat de maker
van een sarcastisch gedicht met bamboe
geselt, zijn darmen bakt, een rat door het riool
van zijn anus jaagt: zal die vent spartelen!
En jij mag lekker mee zitten martelen
Volgt een beschrijving van de wellust en het venijn die zelfs in de braafste burger soms opgewekt worden als iets of iemand op internet afgezeken wordt. De lezer begrijpt, ook zonder explicitering, de morele boodschap. Waarom staat er dan: ‘Vergrendelen, / die kuisheidsgordel en die mailbox van je!’? Dat lijkt me te veel uitleg.
En zo is het overal in de eerste twee afdelingen van deze bundel. Mooie, echt knap geschreven verzen worden afgewisseld met dooddoeners en flauwigheden. ‘Abraham gezien’ is een zo goed als volmaakt gedicht over vijftig worden en ‘Van der Graft, 86’ is een roerend eerbetoon aan Willem Barnard, alias Guillaume van der Graft, de vader van Benno Barnard. Als de bediening te lang duurt (tenminste, zo interpreteer ik het) heet het geestig ‘de ober copuleert droefgeestig in de keuken’. Maar een vriend met kanker wordt weer niet erg origineel omschreven: ‘Met de scheikunde tot in zijn tenen / is er nog vijfenvijftig kilo vriend’.
De laatste reeks van Krijg nou de lyriek, ‘Zijne kortstondigheid’ (eerder apart verschenen als bibliofiele uitgave), is de beste. Daarin staat ineens een heel ander soort gedichten. De geestigheden en de vondsten, de geslaagde en de minder geslaagde, zijn verdwenen en maken plaats voor een spontaner soort gedichten. Mooi, maar het geeft de bundel al met al wel een samengeraapt karakter.
Leave a Reply