Sommige popsongs zijn zo bekend en zo verweven met onze geschiedenis en cultuur dat ze een deel zijn geworden van wat we zijn. We hebben ze zo vaak gehoord op de radio (bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse top 2000-gruwelen) en in de café’s, discotheken en andere plekken waar we rondhangen dat ze steeds minder onderwerp van kritiek en steeds meer deel van het referentiekader van die kritiek worden. Het zijn, zoals dat heet, klassiekers geworden.
Als je, zoals ik, je leven zo hebt ingericht dat je nauwelijks radio en tv hoort en ziet en al helemaal niet meer in uitgaansgelegenheden komt is het goed mogelijk om zo’n klassieker heel erg lang te ontwijken. En als je hem dan, na jaren en jaren, weer eens hoort hoor je hem zogezegd met schone oren.
Gaat het om artiesten als Jimi Hendrix, Creedence Clearwater Revival of Queen, dan zul je na het eerste couplet al concluderen: dit nummer is terecht een klassieker geworden. Maar heel soms denk je: wat een slecht nummer is dat eigenlijk!
De laatste tijd zit ik wel eens te werken in het buurthuis hier. De koffie is heel redelijk en niet duur en, het belangrijkste, het draadloos internet werkt voor geen meter. Lekker rustig. Alleen, de muziekcomputer heeft nogal een eigen willetje en de mix die, ook in de ochtend, wordt gedraaid is nogal eclectisch. Zo kwam, na een lekker potje obscure glamrock, ineens ‘Eve of Destruction’ van Barry McGuire voorbij.
Ik herkende het nummer eerst niet eens. Ik dacht bij de eerste akkoorden alleen: wat slecht. Het gitaarspel is monotoon, wat op zich bij folkmuziek niet slecht hoeft te zijn, maar ook verschrikkelijk futloos. McGuire zingt alsof hij bij iedere lettergreep adem tekort komt en de mondharmonica komt niet verder dan wat ongerichte losse toeters.
En dan die tekst. Wikipedia leert me dat het nummer niet door McGuire geschreven is, maar door de toen negentienjarige P.F. Sloan. Het nummer was eerder door The Byrds geweigerd maar werd, blijkbaar geen ongebruikelijke gang van zaken in de jaren zestig, rond dezelfde tijd dat McGuire het uitbracht, door verschillende andere artiesten opgenomen. Sloan tekende overigens voor het fantasieloze gitaarwerk. Hij mag dan de naam van wonderkind gehad hebben, deze tekst is, afgezien van de twee meest geciteerde regels die inderdaad enige poëtische kracht bezitten (‘You’re old enough to kill, but not for voting’ en ‘You can leave for four days in space but when you come back, it’s the same old place’), echt een drama.
Vanaf het eerste couplet is het het ene slappe rijmelarijtje na het andere. Vooral het derde couplet is erg, met zijn coagulatin’ / contemplatin’ / regulation / legislation / disintegratin’ / frustratin’.
Inhoudelijk heeft Sloan gewoon een flinke hand clichés en grote woorden uit de ideeëngrabbelton van de protestbeweging van de jaren zestig achter elkaar gezet. Dat zal dan ook de reden zijn dat het nummer zo’n hit geworden is.
Op Wikipedia staat trouwens ook dat de opname van het nummer die we kennen (en die McGuire op de video hierboven staat te playbacken) helemaal niet als eindversie bedoeld was. De ruwe opname werd echter gelekt naar een DJ en was de volgende ochtend al op de radio. Ik hoop dat McGuire, naast de vreugde over zijn succes, want die is hem van harte gegund, ook enige schaamte heeft gevoeld toen hij dit studioschetsje uit de speakers hoorde komen.
Na ‘Eve of destruction’ gooide het de onnavolgbare muziekcomputer er trouwens ‘Sounds of silence’ van Simon & Garfunkel uit. Live in Central Park. Over een terechte klassieker gesproken.
Afbeelding: © waarschijnlijk Dunhill records of de vormgever, gebruikt onder de Wikipedia Non-Free Media Fair Use Policy
Leave a Reply