Ik herinner mij Monsieur Hulot op vakantie. Ik herinner mij het boek op het nachtkastje van mijn moeder. Ik herinner mij niet dat ik er haar ooit in heb zien lezen. Ik herinner mij niet wanneer ik het boek voor het laatst gezien heb.
Ik herinner mij dat het daar lang gelegen heeft als ik Monsieur Hulot op vakantie op een rommelmarkt zie liggen. Ik herken het boek meteen, dankzij Meneer Hulot met zijn pijp en zijn petje.
Bij ons thuis was de wereld van de grote mensen zorgvuldig gescheiden van die van de kinderen. Monsieur Hulot op vakantie hoorde bij de wereld van de grote mensen. Toch maakte ik al jong kennis met Meneer Hulot. Mijn kindertijd was nog lang niet voorbij, maar ik mocht opblijven om naar Mon oncle van Jacques Tati te kijken. Mijn vader en ik samen op de bank. Meneer Hulot was aan mij beter besteed dan aan mijn moeder. Bij die eerste kennismaking is het niet gebleven. De films van Tati heb ik bijna allemaal veel vaker dan één keer gezien, maar de dierbaarste herinneringen bewaar ik nog altijd aan die eerste keer Mon oncle. Dankzij Mon oncle leerde ik een andere kant van mijn vader kennen. Maar dat is gepraat achteraf.
Die eerste keer is lang geleden. Naarmate er tijd verstrijkt, lijken de films van Jacques Tati (1907 – 1982) meer en meer te horen bij een voorbije wereld. Ze ogen nostalgisch en houden het tempo van vandaag niet bij. Maar dat is precies waar het Tati om ging. Hij ving – preluderend op een naderend einde van een tijdperk – La France profonde toen het nog net kon. Jour de fête (1949), Les vacances de Monsieur Hulot (1953), Mon oncle (1958) en met name Playtime (1967) zijn Tati’s kijk op en protest tegen de modernisering van de samenleving.
Zijn films kunnen bijna zonder verhaal, ze hebben genoeg aan een plaats van handeling: een dorp, een strand, een huis, een kantoor. Tati munt uit in timing, stilering en detaillering. Het is zaak te kijken en niet met je ogen te knipperen: elk beeld, elk detail telt. Het is net zo goed zaak te blijven luisteren. Tati synchroniseerde al zijn films na. Hij liet niets aan het toeval over: geen woord, geen zin, geen klank, geen geluid, geen echo. Dat zijn avondvullende oeuvre maar uit zes films bestaat –naast de vier al genoemde zijn dat Trafic (1971) en Parade (1974) – heeft alles te maken met perfectionisme.
Als het al moeilijk is een nieuw publiek voor Tati’s films te vinden, dan is dat niet omdat ze gedateerd zijn, maar omdat ze zijn wat ze zijn. Ze zijn zo uitgesproken als Tati zelf: met die specifieke vertelwijze en beeldtaal, met de onvermijdelijke Tati voor en achter de camera. Postbode François uit Jour de fête en Monsieur Hulot uit Les vacances de Monsieur Hulot, Mon oncle, Playtime en Trafic zijn alter ego’s. Tati(scheff) in Parade, maar ook in L’illusioniste, de tekenfilm die Sylvain Chomet in 2010 maakte op basis van een scenario van Tati, is Tati ten voeten uit.
Monsieur Hulot op vakantie had ik tot ik het nog niet zolang geleden zag en kocht op die rommelmarkt al jarenlang niet meer gezien. In de boekenkast van mijn moeder kreeg het nooit een prominente plek. Het zal met andere boeken die haar smaak ook niet waren op zolder beland zijn. De moeite het daar te zoeken, heb ik nooit genomen.
Hoewel het in eerste instantie nostalgische overwegingen waren die mij tot aankoop verleidden, wilde ik Monsieur Hulot op vakantie toen ik het eenmaal in bezit had meteen lezen. Maar eerst keek ik nog een keer naar Les vacances de Monsieur Hulot.
Misschien ten overvloede: Les vacances de Monsieur Hulot is geen boekverfilming. Pas vijf jaar na de film verscheen er een boek met dezelfde titel en weer twee jaar later de Nederlandse vertaling: Monsieur Hulot op vakantie. Jean-Claude Carrière, die hiermee zijn debuut maakte als novelisator, had de beschikking over het oorspronkelijke scenario, tekenaar Pierre Étaix, in dienst van Tati als merchandise man, hield zich al illustrerend heel letterlijk aan de filmbeelden.
Aan Jean-Claude Carrière de opdracht om van een verzameling sketches een verhaal te maken. Les vacances de Monsieur Hulot is een aaneenschakeling van komische situaties en Meneer Hulot een ongeleid projectiel. In de film werkt dat. Voor een boek is gebrek aan samenhang in verhaal en karakter een handicap. Dus: schrijver verzin een list!
Dat deed Carrière. Hij bombardeerde één van de andere badgasten tot verteller. Het boek dat Monsieur Hulot op vakantie heet, is zijn dagboek. Het bevat zijn observaties en is zijn versie van deze merkwaardige vakantie aan zee. Alle scènes uit het oorspronkelijke scenario krijgen op die manier een plaats in het boek. Letterlijk alle scènes, want Jean-Claude Carrière verwerkt zelfs een scène die Tati pas bij de tweede revisie van Les vacances de Monsieur Hulot opnam en aan de film toevoegde. Tati maakte in totaal drie versies (1953, eerste revisie 1961, tweede revisie 1978).
Door het introduceren van een verteller is Jean-Claude Carrière in één klap van een boel problemen af. Maar het redt hem niet. Of Monsieur Hulot op vakantie leesbaar is voor wie de film nooit gezien heeft, is moeilijk te beoordelen voor iemand die de film meer dan eens zag voor zij het boek las, maar de vergelijking tussen film en boek valt zonder twijfel in het voordeel van de film uit. Monsieur Hulot op vakantie haalt het niet bij Les vacances de Monsieur Hulot.
Jean-Claude Carrière begaat twee grote zonden. Zijn verteller mag zich een oordeel aanmatigen over Meneer Hulot. De verteller – zelf een man zonder eigenschappen die zijn vakantie jaar in jaar uit op dezelfde plek doorbrengt – mag Meneer Hulot ongemanierd en vervolgens de revelatie van de vakantie vinden. Bij Tati vindt alleen de kijker iets.
De tweede zonde is het reduceren van komische situaties tot grappen en die vervolgens ook nog uitleggen. Jacques Tati maakte geen grappen. Tati laat het eigenaardige aan alledaagse bezigheden zien. Vervolgens is het aan de kijker daar de lol van in te zien.
Monsieur Hulot op vakantie mist de subtiliteit van Les vacances de Monsieur Hulot. Het boek doet de film juist door het letterlijk navertellen geen recht. Carrière het talent van Tati niet. De film is beter. De film is zelfs veel beter.
Toch ben ik blij dat ik Monsieur Hulot op vakantie eindelijk gelezen heb. Het werpt nieuw licht op een zaak. Misschien was Meneer Hulot namelijk wel aan mijn moeder besteed, maar het boek niet. Ik kan proberen haar te verleiden met mij naar Les vacances de Monsieur Hulot te kijken. Mijn moeder en ik die samen op de bank kijken naar dezelfde film. Dat zou wat zijn.
Les vacances de Monsieur Hulot (1953)
Regie/scenario Jacques Tati
Dvd: Amsterdam: Eye Institute, 2010 (Eyevdvd1003). De dvd bevat de versie uit 1978.
Monsieur Hulot op vakantie
Jean-Claude Carrière (vertaald uit het Frans door Frans van Oldenburg Ermke); illustraties Pierre Étaix
De Fontein, z.j. (waarschijnlijk 1960)
Yvonne van Rooij says
Goedemiddag,
toevallig heb ik vanochtend dit boekje gekocht in een kringloopwinkel en mijn exemplaar is voorin gesigneerd door de eerste eigenaar met mei 59. Dus dit boekje is al eerder dan 1960 uitgegeven.
M.vr.gr. Yvonne