Op de dag dat Renate Dorrestein ergens in Nederland – waar, dat vertelt de geschiedenis niet – haar handtekening zet in Het perpetuum mobile van de liefde zet ik voor het eerst van mijn leven een voet in een vliegtuig. Een keer eerder heb ik gevlogen, maar toen was ik nog zo klein dat ik het vliegtuig in en uit gedragen werd. Nu sta ik op het punt de weg in omgekeerde richting af te leggen. Terug naar het land waar ik geboren ben en waarvan ik de taal niet spreek.
Vijf dagen daarvoor vlogen in New York vliegtuigen in torens. Vanaf dat moment ben ik niet bang meer om te vliegen.
Ik weet niet meer wat ik op dat moment precies deed, want ik was aan het werk. Ik weet nog wel hoe ik het nieuws later die dag hoorde. Ik had een vergadering. Gesprekken vielen stil toen ik binnen kwam. Iedereen keek naar mij. Niemand zei iets. Ik moest lang aandringen. Toen vertelde iemand het. Dat was niet de bedoeling. Ze hadden het stil willen houden om mij niet ongerust te maken. Zodat ik vijf dagen later met een gerust hart in een vliegtuig zou stappen.
Vier dagen lang doe ik niets anders dan naar de beelden kijken. Dan wordt het tijd om te pakken en me mentaal voor te bereiden op de reis.
Vanaf het moment dat het vliegtuig landt heb ik mijn handen vol aan mezelf. Het is niet niks om oog in oog te staan met mensen die allemaal familie kunnen zijn. Ik weet niet waar ik kijken moet. Oogcontact met het landschap gaat me beter af. Het is liefde op het eerste gezicht. Daar op droge dorre grond in dat licht in die warmte sta ik stil bij mijn ongeleefd gebleven leven. Voor het eerst kan ik het me echt voorstellen.
Op de achtergrond die andere wereld. Beelden die ik in het voorbijgaan zie kan ik niet duiden. Dat komt ervan als je de taal niet spreekt.
Mijn tijd hier is krap bemeten. Daarom verzamel ik verwoed ervaringen. Ik sla meer beelden op dan ik fotograferen kan. Waar ik de woorden moet bewaren weet ik niet. Ik neem ze mee om er later nog eens op mijn gemak naar te luisteren. Ik leef in een verhoogde staat van paraatheid, maar dat mag niet ten koste gaan van het meemaken.
Dus geef ik me over aan een ritme dat ik me alleen hier kan veroorloven en kijk. uiteindelijk toch nog mijn ogen uit.
In het donker vlieg ik terug, over land en over zee. Een van de lichtjes daar beneden is de boot waarop mijn broer naar huis vaart. Ik voel hoe bijzonder het is dat onze wegen elkaar hier vannacht kruisen.
Tien jaar geleden en nog zijn niet alle herinneringen uitgepakt.
Leave a Reply