De vier gedichten die Peter WJ Brouwer inleverde voor de bloemlezing Nog een lente. 30 dichters gekozen door Meander. Bevestigden de indruk die ik al van hem had naar aanleiding van zijn eerdere publicaties: Brouwer is een weloverwogen dichter. Een dichter die hard werkt om wat hij wil zeggen onder woorden te brengen, die daarbij zijn woorden zorgvuldig kiest en die bovendien niet bang is overbodige dingen weg te laten.
De profetie die wij als redactie van genoemde bloemlezing deden, namelijk dat de opgenomen dichters op korte termijn van zich zouden laten horen, werd bij Brouwer wel erg snel werkelijkheid. De uitgever van Nog een lente, Uitgeverij P uit Leuven, was bereid om Brouwers debuut uit te geven. Hoewel ik slechts een radertje was in de schakel van gebeurtenissen die leidde tot Landdieren (een publicatie in Het liegend konijn zal ook van grote invloed geweest zijn), voel ik toch enige trots nu ik het boek in mijn handen houd.
Het resultaat van Brouwers bedachtzame werkwijze zijn gedichten die ook het beste zorgvuldig en niet te snel gelezen kunnen worden. En ze moeten ook echt gelezen worden, omdat ze er niet per se op uit zijn om je mee te nemen in hun ritme. Afhankelijk van je gemoedstoestand kan dat op je zenuwen werken, zeker als Brouwer af en toe vervalt in maniëristisch of archaïsch taalgebruik. Zoals in ‘Omgekeerd’:
En in het uitzicht
deed mij evenmin iets denken
aan jou en mij ooit in enige stad
bedacht ik later, toen ik
met mijn reisgenoot naar Venetia getogen
zoals eertijds zo vaak met jou
zwijgend mijn ijsje at.
Maar als je de tijd neemt voor de dikke bundel vol lange gedichten die Landdieren is, is er veel te genieten. Brouwer kan heel zwaar op de hand zijn, maar weet dat goed in evenwicht te houden met af en toe een wat luchtiger gedicht. Op zijn sterkst is hij als hij genadeloos de relatie tussen twee mensen fileert. Hij doet dat in de openingscyclus ‘Mensenwerk’. Het openingsgedicht, dat zijn titel aan de bundel leende, zet stevig de toon: ‘Geen vogel met jou te mogen zijn / maar zwaar, zo zwaar aan de grond / zullen we landdieren zijn gebleken’. Wat een mooi beeld om teleurstelling te schetsen.
Maar het mooist is ‘Om langzaam te vergeten’, het laatste gedicht van de cyclus. Het eindigt zo:
En het bloed
dat toch weer
zich zonder verveling verzamelde
tot in de openingen van een ander
die geen ander meer was
en je
voldoende volledig
om langzaam te vergeten.
Een liefdesgedicht zoals de liefde zelf is: mooi, langzaam, erotisch en schrijnend.
Uitgeverij P, 2011
ISBN 9789079433704
80 p., € 17,50
Leave a Reply