20 september 2011
Over twee dagen gaat Isabelle in première. Via een omweg over de grens kwamen de rechten alsnog in handen van IDTV en konden Ben Sombogaart en Marieke van der Pol aan de slag. Dit keer bemoeit de schrijfster zich er helemaal niet mee. De tweeling heeft haar geleerd dat schrijven en (ver)filmen verschillende disciplines zijn.Toch houdt ze als er iets doorsijpelt haar hart vast. Maar ze stelt haar oordeel uit tot ze de film heeft gezien.
Isabelle: het boek
Ik herlees het boek twee weken voor de première. Opdat ik dan kan vergelijken. Alleen de eerste keer las ik Isabelle onbevangen. Sinds ik de schrijfster ken, kan ik haar boeken natuurlijk niet meer blanco lezen. Ik kan een knop omdraaien, maar als ik wil kan ik ook twee werelden verbinden. Deze keer is er me alles aan gelegen om de werkelijkheid buiten het boek te houden.
Voor de gelegenheid heb ik de eerste druk uit de kast getrokken, die met de blote dame – blonde haren, bruine ogen – in een fles op de cover, het werk van René Magritte. De versie die honderden keren door mijn handen ging toen het boek leeslijstlabelled was.
Iedere scholier die het boek toen las, kan het verhaal nu nog navertellen: beeldschone actrice wordt het slachtoffer van een lelijke en daardoor op uiterlijk gefixeerde kunstenares, die van het vastleggen van verval en aftakeling haar specialisme heeft gemaakt. De actrice speelt de rol van haar leven in de hoop de schilderes mild te stemmen. Bijna slaagt ze in haar opzet. Uiteindelijk brengt de dorpsonderwijzer – fan van het eerste uur en de enige in het dorp die na verloop van tijd nog begaan is met het lot van de verdwenen actrice – redding.
Na de goede afloop is niet alleen de schilderes maar ook hij een illusie armer.
In Isabelle worden vraagtekens gezet bij de overwaardering van uiterlijke schoonheid. Het is een aanklacht tegen een wereld waarin blondjes van nature dom zijn en mensen die niet aan een schoonheidsideaal voldoen met de nek aangekeken of buitengesloten worden.
De schrijfster heeft de film inmiddels gezien. In afzondering. Veel laat ze er niet over los. Ze citeert wat een ander er voor de première over schreef, alsof er geen embargo’s meer bestaan. Ik probeer die woorden meteen weer te vergeten en hoop dat zij niet al te erg geschrokken is.
22 september 2011
Terwijl Ben Sombogaart en zijn hoofdrolspeelsters Halina Reijn en Tineke Caels tot op de rode loper lastig gevallen worden door de pers loopt in de zaal de spanning op. Isabelle staat op het punt in première te gaan.
Isabelle: de film
Een ontklede vrouw zonnend op een steen. Een gezette onderwijzer die niet gelooft wat hij ziet, inzoomt en plaatjes schiet. Het klikken bereikt het oor van de vrouw maar verontrust haar niet. Even later: dezelfde vrouw, opgeschrikt door een geluid dat haar niet bekend voorkomt. Ze hult zich in haar bikinitopje en verlaat haar steen om af te koelen in het vennetje. Een mismaakte vrouw met een bloeddorstige hond kijkt van een afstand toe. De zwemmende vrouw herkent haar en groet. De mismaakte vrouw stuurt haar hond het water in en dwingt de vrouw haar te volgen.
Het verhaal van de film volgt vervolgens in grote lijnen de samenvatting van het boek, met de kanttekening dat aan het einde alleen de mismaakte vrouw een illusie armer is.
En toch: het zijn werelden van verschil. Het boek waarin er een evenwicht is tussen thema en het verhaal waarin dat zijn uitwerking krijgt en de film waarin het verhaal ondergeschikt is aan de vereisten van het genre.
And the winner is…
Ik kan niet onbevangen kijken. Niet omdat ik de schrijfster ken, maar omdat ik het boek gelezen heb. Voor een thriller is dat dodelijk. Weten wat er gaat komen staat een volledige overgave aan zorgvuldig opgebouwde spanning richting ontknoping in de weg. Op het moment dat bijna de hele zaal opveert, is mijn eerste gedachte: zoveel! (mensen die het boek niet gelezen hebben).
De vraag of Isabelle een goede thriller is kan ik niet beantwoorden, omdat ik niet weet of ik de film niet spannend vind of de film niet spannend is.
Ik kan wel beschrijven hoe ik gelezen en gekeken heb. Ik heb Isabelle nooit letterlijk genomen. Voor mij is het een sprookje, een allegorie, waarbij Isabelle staat voor het soort vrouwen dat door mannen geprefereerd wordt. De blondine vervangen door een brunette is in dat licht de plank volkomen mis slaan.
Voor mij is het naar het hier en nu halen van Isabelle het verbreken van de betovering en dus een bijna onoverkomelijk bezwaar al moet gezegd worden dat de ironie van het eerste hoofdstuk bijna geëvenaard wordt door de boulevardbeelden op de rode loper waarmee het Vlaamse (?) journaal het bericht over Isabelles verdwijning illustreert.
Dat Jeanne mismaakt en mank is, had voor mij niet gehoeven. Het is genoeg dat zij zich lelijk voelt. De nabijheid van contrasterende schoonheid is voldoende voor een optimaal effect. Maar in een thriller kun je niet subtiel zijn en dus wordt de zwarte kant van Jeanne – uiterlijk en innerlijk – extra aangezet.Gevolg is dat ook het tegendeel – Jeanne’s vermogen om lief te hebben – extra aangezet moet worden. Vandaar de ingevoegde scène waarin haar hond door vuur ingesloten raakt.
Ronduit ongeloofwaardig vind ik de lichamelijke toenadering tussen Isabelle en Jeanne. Wat er tussen Isabelle en Jeanne is, is een zakelijk, door emoties gevoed, spel van aantrekken en afstoten. Aanraken is voor Isabelle strategie. Suggestieve beelden die speculeren dat er meer is of zou kunnen zijn, dienen noch het verhaal, noch het genre.
In de film draait alles om Isabelle en Jeanne. Alle andere personages zijn tot bijfiguren gereduceerd. Het personage van de onderwijzer is daarvan het grootste slachtoffer. Van hem blijft weinig meer over dan een dweepzieke fan, niet in staat tot normaal sociaal – en waarschijnlijk ook seksueel – contact.
De ouders van Isabelle zijn verschijningen, nodig om gedachten hoorbaar te maken. Dat kan: wie hongert hallucineert en verdwijnt langzaam maar zeker in een ander bewustzijn.
Dat uithongeren kreeg vanaf de eerste draaidag alle aandacht. En inderdaad: de ribben van Isabelle zijn te tellen. Maar haar gezicht blijft opmerkelijk gaaf, haar ogen opmerkelijk helder. Dat de tijd verstrijkt is duidelijk, maar in het verval en de aftakeling – fysiek en mentaal – moet de kijker vooral geloven.
Isabelle telt 127 bladzijden, Isabelle 100 minuten. Een verhouding van bijna 1 op 1: er is maar weinig overgewicht: zo goed als alles uit het boek wordt gebruikt/moet gebruikt worden voor de film. In het boek ligt de nadruk op de psychologie, in de film op de spanning. Met dezelfde ingrediënten worden twee verschillende verhalen verteld. Het ene geloofwaardiger en overtuigender dan het andere.
24 september
Twee dagen na de première spreek ik de schrijfster. Natuurlijk gaat het ook over de film. Soms raadplegen we het boek op zoek naar dialogen waarvan we zeker weten dat ze er niet in staan. Nee, Jeanne overweegt nergens Isabelle te laten gaan.
Loo – Bos
Tot nu toe is de naam van de schrijfster van Isabellenog niet een keer gevallen. Zo gaat dat tegenwoordig als er een boek verfilmd wordt. Isabelle werd geschreven door Tessa de Loo. Zij schreef een boek zonder genrevermelding op het titelblad, dat nu eens roman, dan weer novelle genoemd wordt, maar nooit literaire thriller: dat genre bestond in 1989 nog niet – laat staan dat iemand zich vermomde als blonde schrijfster om van succes verzekerd te zijn.
Ik denk dat de Isabelle in de film Bos heet vanwege Tessa de Loo. De schrijfster denkt van niet. Zij denkt dat ik een grapje maak.
Leave a Reply