Kunstgaleries hebben het moeilijk in deze tijd. Vele hebben al het loodje moeten leggen, want als iets de dupe wordt van economische teruggang dan is het wel de kunst.
Toen ik onlangs in een Amsterdamse galerie was, hoorde ik een vrouw tegen de eigenares zeggen: “Maar ik moet er wel nog even met mijn man over hebben”. Ze overwoog kennelijk een aankoop maar durfde de stap niet meteen aan. Ik wilde nog roepen: “Doe het niet!” Maar ik hield me in.
Het voorval deed me denken aan jaren terug toen mijn vrouw en ik een galerie beheerden in Zutphen. We waren zelf eigenaar van het 17e-eeuwse pand en de galerie was meer een aangenaam tijdverdrijf dan een bron van inkomsten.
Wat ons in die zes jaar is opgevallen dat we het in de kunstverkoop niet van de mannen moeten hebben. Vrouwen houden van kunst, mannen houden doorgaans van vrouwen, auto’s en voetbal. Een cliché, maar wel een waar in de kunstwereld nog te weinig rekening mee gehouden wordt. Zoals blijkt uit het volgende voorval.
Zoals gebruikelijk een opening van een expositie van schilderijen gecombineerd met beelden. Muziekje erbij, veel lachende gezichten, vele flessen wijn, en vele opmerkingen met ‘mooi werk’ maar nog weinig wol.
Twee dagen daarna komt een vrouw de zaak binnen die ik herken van de opening. Ze staat in aanbidding voor een kunstwerk waar ze bij de opening ook al ‘stil van geworden was’.
De volgende dialoog is tekenend: “U bent nogal onder de indruk merk ik”
”O ik vind het beeldschoon, prachtig, zo spannend ook.”
“U hebt er belangstelling voor?” vraag ik
“O ja zeker, maar dat beslis ik niet alleen. Daar moet mijn man ook over oordelen”.
“Oh, u en uw man wonen samen?” Ze doet alsof ze de grap wel kan waarderen.
“Nou dan komt u binnenkort toch gezellig alletwee langs”
De volgende dag staan inderdaad beiden voor hetzelfde schilderij. De vrouw zichtbaar nerveus, de man een paar passen daarachter met duidelijke achterdocht in zijn oogopslag. Ik laat ze hun gang maar even gaan. “Kijkt u rustig. Ga er even bij zitten en laat het schilderij op u inwerken”. De vrouw gaat zitten maar de man blijft staan.
“Kijk Hans, om dit werk gaat het. Hoe vind je ‘t”?
Hans kijkt, maar vooral naar de prijs die ernaast hangt.
Zijn gezicht spreekt boekdelen
Je ziet hem denken: voor die prijs koop je de beste breedbeeld HD televisie met voorverwarming en cruise control.
Maar hij zegt: “Mooi werk. Maar of het wel past bij ons bankstel …”
Zelf past hij daar uitstekend bij heb ik de indruk.
“En dan nog ’n punt: kijk ’s naar de afmeting: 1.50 bij 90…”
En met de formule 1.50 bij 90 gaan ze de deur uit.
Door het raam zie ik liplezend de man tegen zijn vrouw zeggen: “Hoe kom je erbij om…” De rest heb ik niet verstaan. Ik heb ze nooit meer terug gezien.
Leave a Reply