– Eerste stap als dichter –
De debuutbundel van Petra M. Heerenwaaijer wordt gepresenteerd als drie bundels met titelloze gedichten, maar valt ook te lezen als een verhaal. Naar je toe, van je af, onderweg is een vertelling van de verwerking van een onmogelijke liefde.
In het eerste deel Naar je toe beschrijft de dichteres haar verlangen naar een onbereikbare man. Ze vergelijkt hem met een voortrazende trein in wiens cadans ze huist, laat haar gedachten over hem gaan bij foto’s en brandende kaarsen en vervloekt zichzelf omdat ze denkt nooit meer van hem af te komen.
In Van je af, deel twee, is de schrijfster even bij hem. Het stel staat samen op, ze staart naar zijn billen terwijl hij zijn ochtendplas doet. Maar al snel blijkt dat dit geluk niet lang blijft bestaan. ‘wat tref ik thuis aan / begrip / zolang het nog duurt’, aldus het gedicht op pagina 35. De onmogelijke man blijkt een ander te hebben en de verhuisdozen worden tevoorschijn gehaald. ‘de inkt is niet zwart genoeg’ om het verdriet, de cruheid en het verraad te beschrijven.
In het eerste gedicht van het derde deel Onderweg worden boeien van de nacht afgeschud en gaat de bedrogen vrouw per trein en boot op reis om alles achter zich te laten. Ze vindt rijkdom in mensen, en troost ‘op het terras / tijdens een lang gewenst gesprek / en goed gezelschap’. Toch erkent ze dat ze altijd op weg blijft naar haar geliefde.
Hier gaan de gedichten over, en het probleem dat ik heb met de bundel van Petra M. Heerenwaaijer is dat het ook alleen hierover kan gaan. Een kenmerk van goede poëzie is ambiguïteit, dat er niet staat wat er staat, om Martinus Nijhoff te parafraseren. Doordat de meerduidigheid ontbreekt, blijft Naar je toe, van je af, onderweg een persoonlijk, dagboek-achtig document. Deze lezing wordt versterkt doordat er naar het einde van de bundel toe steeds meer data en plaatsnamen onder de gedichten verschijnen. Dat er naast een enkel treffend beeld regelmatig clichés voorbij komen (oude ziel als een loden jas, in de verte verdwijnende treinrails als beeld voor het leven) maakt de gedichten er niet verrassender op.
Het slotgedicht was een van de weinige dat me wel trof. Het is een donker vers waar diepe eenzaamheid uit spreekt.
wat gooi ik af
als de boot zinkt
had ik dat niet net zo goed
thuis kunnen laten
wie zijn er nu niet bij me
wie staan er nu niet op mij te wachten
kon ik die niet net zo goed
achterlaten
Laat dit gedicht de eerste stap zijn voor de tweede bundel van Petra M. Heerenwaaijer.
Tim says
die 2e bundel komt er gelukkig niet.