Geboren op tien oktober negentienhonderd en vier te Leiden begint op achtjarige leeftijd mevrouw Helena A. de Vreese-Kroon haar dichtersloopbaan, een loopbaan die uiterst vruchtbaar zou blijken te zijn. Na achthonderd gedichten voltooid te hebben gaat mevrouw Helena A. de Vreese- Kroon over tot het schrijven van kwatrijnen om vele kwatrijnen later haar voorkeur te verleggen naar het ‘rondijn’. In de jaargang negentienhonderd en twee en tachtig van het Guinness Book of Records wordt mevrouw Helena A. de Vreese-Kroon vermeld als de vruchtbaarste dichter van de lage landen; haar dichtwerk in genoemd jaar maakt gewag van tienduizend en zeven en veertig gedichten. Als neerlandica heeft mevrouw Helena A. de Vreese-Kroon al haar collegae neerlandici het enige en juiste voorbeeld gegeven door dorre theorie met levende praktijk te verenigen. Aldus is mevrouw Helena A. de Vreese-Kroon een parel onder onze dichters en letterkundigen. Een wonderschone zeventigjarige dichtersloopbaan.
Op vijf en twintigjarige leeftijd, in het eerder genoemde jaar onzes heren negentienhonderd en twee en tachtig, begint de Nederlandse dichter Engelhart op zijn beurt zijn dichtersloopbaan met het schrijven en vervaardigen van een kleine bundel gedichten, die gaat onder de naam Vijf en dertig Gedichten voor een Verjaardag, voor de verjaardag van zijn tien jaar oudere vriend en leermeester. Dertig jaar later heeft de dichter Engelhart, op onbegrijpelijke wijze, het genoemde record opgeschroefd naar het vorstelijke aantal van om en nabij zeventienduizend, in alle denkbare vormen, stijlen en maten, geschreven en later getypte gedichten. Hiermee lijkt het of Engelhart mevrouw Helena A. de Vreese-Kroon naar de kroon heeft willen steken. Niets is echter minder waar, Engelhart wil zich daar niet op voor willen staan en in het Guinness Book of Records zegt Engelhart al helemaal niet geïnteresseerd te zijn. Wat de dichter Engelhart echter wel de moeite van het vermelden waard vindt, is het feit dat Engelhart zijn beste vriend en leermeester gedurende die dertig jaar vrijwel iedere zaterdagavond bereid is gebleken met Engelhart van gedachten te wisselen over de dichtkunst in het algemeen, maar daarnaast tevens de productie van iedere nieuwe week gedurende die dertig jaar met Engelhart door te nemen en bespreken. Een en ander heeft tot gevolg gehad dat Engelhart zijn vriend en leermeester als enige wereldburger het gehele oeuvre van Engelhart tot zich genomen heeft. Engelhart meent dat dit nog wel enige tijd zo blijven zal. Deze uitzonderlijke prestatie noopt Engelhart er deze keer echter wellicht wel toe een claim te leggen op een plekje in het Guinness Book of Records; het moge de lezer duidelijk zijn dat een en ander niet bedoeld is voor Engelhart zelf, maar voor zijn vriend en leermeester, een staaltje van zelfveronachtzamende onverzettelijkheid dat zijn weerga niet kent, zijn meerdere nog niet gevonden heeft , hoogstwaarschijnlijk nimmer vinden zal en daarom alleen al meer dan de allerhoogste eer verdient.
portret: Henriëtte Grasman
Leave a Reply