Jeffrey Eugenides schrijft zo eens in de negen jaar een boek. De eerste: De zelfmoord van de meisjes (The virgin suicides, 1993), de tweede heet Middlesex (2002) en nu dan Huwelijk (The marriage plot, 2011).
Schrijver zijn is voor hem een beroep.
Eugenides: ‘Het was gewoon een beslissing. Ik had ook voor tandarts kunnen kiezen.’
Hij was 16 en wist: ‘Ik wil schrijver worden.’ Ook al begreep hij het boek op jonge leeftijd nog niet, Eugenides’ vlam werd aangestoken door James Joyce’s A portrait of the artist as a young man.
Eugenides kan zich helemaal vinden in de woorden van Virginia Woolf: publiceer geen roman voor je dertigste. Dat heeft hij dan ook niet gedaan.
Maar hij was wel lang voor zijn dertigste schrijver. ‘Ik wilde altijd gewoon schrijver zijn, niet een gepubliceerde schrijver.’
Hij noemt zichzelf nog steeds ‘gewoon schrijver’ omdat zijn ongepubliceerde werk vele malen omvangrijker is dan de drie romans die in de winkel liggen.
Tot zijn dertigste zei hij tegen iedereen die vroeg wat hij was: schrijver. Op de vraag of hij ook gepubliceerd had, antwoordde Eugenides: ‘Nee’.
Tot je dertigste is dat namelijk helemaal niet erg, zegt hij. ‘Iedereen moddert aan tot zijn dertigste.’ Na het 31ste levensjaar wordt die tweede vraag pijnlijk.
Eugenides is wel een volhardende schrijver. Zo is hij ontslagen toen hij voor de zoveelste keer werd betrapt op het schrijven aan zijn roman De zelfmoord van de meisjes onder werktijd. Ach, eigenlijk was dat ook niet zo erg, weet Eugenides nu. In de maanden van werkloosheid kon hij zijn verhaal afmaken.
Wat is goed schrijven eigenlijk? Nou, zegt Eugenides, als je een goede, inhoudelijke brief aan een goede, intelligente vriend kunt schrijven, dan ben je er al. Aan een goede, intelligente vriend hoef je niet alles uit te leggen en te verklaren, maar je moet wel goed je best doen om je woorden mooi en helder op schrift te stellen.
Eugenides is allergisch voor woorden als autobiografisch en memoires. Want het is namelijk helemaal niet mogelijk, zegt hij. Waarheidsgetrouw schrijven kan niet. ‘Als schrijver laat je dingen weg, maar je vergeet ook dingen uit het verleden. Die gaten vul je op met andere informatie. Onware informatie.’ Dit is helemaal niet erg, maar pretendeer niet dat je waarheidsgetrouw en autobiografisch schrijft. Hij zegt het gewoon: ‘Your imagination fights with your facts.’
Ligt daar niet de schoonheid van het schrijverschap?
Al te veel schrijversromantiek hoeft niet voor de auteur. ‘Een schrijver is een method actor. Je kruipt in de huid van een persoon – je wordt die persoon en je schrijft het verhaal.’
Nee, je hoeft niet alles te hebben ervaren wat je karakters in je verhaal meemaken. Juist niet, meent Eugenides; als schrijver dien je in staat te zijn je van alles in te beelden en te verbeelden in woorden.
Je verhalen moeten niet te persoonlijk zijn, dat kan dus ook niet. Dat wil niet zeggen dat connecties met het persoonlijke overbodig zijn – in tegendeel. Ze zijn juist handig, meent hij.
Zeker, hij heeft onderzoek gedaan naar manisch depressiviteit voor Huwelijk (‘er is veel meer bekend over het depressieve dan het manische’), maar hij is beetje verwonderd over de complimenten die hem ten deel vallen. Hij heeft het zo goed heeft weten te omschrijven en dat voor een niet-manisch depressieve.
Manisch depressiviteit omschrijven mag simpelweg niet moeilijk zijn voor een schrijver. Tenminste, niet als het een goede schrijver betreft.
Eugenides omschrijft depressie als: je lichaam geeft signalen dat het stervende is, de hersenen reageren daar op en geven ook signalen af dat ze stervende zijn. De depressieveling wordt heen en weer geschud tussen lichaam en hersenen.
Het was zeker niet de bedoeling dat het karakter dat in Huwelijk manisch depressief is, zo’n dominante rol in het verhaal zou krijgen. Eugenides: ‘Dat groeit gewoon. Je introduceert een karakter tijdens het schrijven en zijn rol wordt groter en groter.’
Nee, zegt Eugenides, hij kan niet verklaren hoe het schrijven gaat. Het gaat gewoon.
Hoe is het eigenlijk? Je werk gepubliceerd hebben? Hoe leest hij uit zijn eigen werk voor? Gaat dat makkelijk?
Hij bekent dat het exemplaar van zijn boek waar hij die avond voor de voordracht uit heeft voorgelezen, vol met zijn krabbels en opmerkingen staat. De zinnen zijn nog niet goed, meent Jeffrey Eugenides. ‘Maar ik ben toch wel zo blij met deze versie die in druk is verschenen, dat ik niet meer bloos als ik er uit voorlees.’
Eigenlijk wil een schrijver altijd blijven schaven aan zijn tekst. ‘Daarom schrijf je een volgend boek.’
Jeffrey Eugenides was 15 december in Amsterdam, op uitnodiging van het John Adams Institute. Aanleiding was zijn nieuwe boek Huwelijk. Hij las voor uit het boek en beantwoordde vragen van moderator Tim Overdiek en het publiek.
[bookdata isbn=”9789044619638″]
Leave a Reply