De Russisch-Joodse familie Krasnanski besluit in 1978 de Sovjet-Unie te ontvluchten, Letland om precies te zijn. De drie generaties in de familie hebben allemaal een eigen redenen. Samuel is onder protest met zijn vrouw en twee volwassen zonen meegegaan. Hij heeft met pijn in zijn hart het communisme (hij was een belangrijke pief totdat de partij hem niet meer moest) achtergelaten. Samuel is eigenlijk een vervelende, oude man maar naarmate het verhaal vordert leer je zijn verleden kennen. In het boek blikt hij terug op zijn leven als volgzame communist. Hij vocht voor zijn land mee in twee wereldoorlogen, maar écht geaccepteerd werd hij nooit, hoe goed hij ook zijn best deed. Hij was tenslotte Joods. Bij het vertrek uit de Sovjet-Unie heeft hij zijn medailles moeten achterlaten bij de Sovjet-grenswachters – een laatste spuw in het gezicht van Samuel. Landverraders verdienen geen medailles.
Zijn zonen Karl, de oudste, en Alec, de jongste, hebben samen met hun vrouwen hun eigen motieven om Letland te verlaten: de zucht naar het Westen en de vrijheid. Polina, de vrouw van Alec, houdt via een briefwisseling met haar jongere zus contact met haar verleden.
De familie moet in de zes maanden dat ze in Rome verblijven een keuze maken naar welk land ze willen en kunnen emigreren. Wordt het Israël, het beloofde land, worden het Verenigde Staten, waar Karls vrouw Rosa mogelijk een sponsor heeft, of wordt het Canada, het land dat niet zo moeilijk doet over immigranten?
In die zes maanden leert de lezer de familie een beetje kennen. Zoals Alec met zijn streken. Hij zou het liefst elke mooie vrouw willen bezitten en stapt vederlicht door het leven zonder zich zorgen te maken over wat zijn ontrouw voor zijn vrouw betekent. Zijn broer Karl is wat ouder en bozer. Hij bevindt zich, net als thuis in Letland, in Rome in de schermzone tussen het eerlijke leven en de criminaliteit.
Hun moeder Emma past zich, tot grote ergernis vanhaar man Samuel, redelijk aan de veranderende omstandigheden aan.
Samuel en zoon Alec zijn de belangrijkste personages in het boek . De depressie en zware gedachten van de oude Samuel tegenover het frisse en luchtige van de jonge Alec die geschapen lijkt voor een leven in het vrije Westen.
Het is een tragisch komisch verhaal. De beschreven veelvuldige spontane stakingen in het Italiaanse openbaar vervoer doen herinneringen opleven aan vervlogen nieuwsitems in het tv-journaal. De Italianen staakte in die tijd voortdurend, zo leek het.
De vrije wereld van David Bezmozgis kreeg veel goede kritieken. Het verhaal zit gedegen in elkaar, maar meeslepend wordt het nooit. De terugblikken van de oude Samuel zijn het interessantst, maar mede vanwege de schrijfstijl die op dit moment ‘in’ is – mozaïek, veel aandacht voor de verschillende personen in het verhaal – komt geen van de karakters onder de huid van de lezer. En aan het eind blijkt het verhaal als een nachtkaars uit te gaan. Maar zo gaat dat wel vaker in de literatuur.
Leave a Reply