– Schoonheid en eenheid –
Anton Ent heet de lezers van zijn nieuwste bundel Binnen de wildroosters in openingsgedicht ‘Keuze’ welkom met de volgende regels:
(…)
Overschrijd je het wildrooster als een man
die opgaat in schoonheid en eenheid?
Het zandpad leidt niet naar vervoering
en wissels lopen vast in struikgewas
(…)
Ent neemt de lezer mee op zijn fietstochten over de Veluwe, en daarmee naar het gebied van zijn innerlijk leven, zo lezen we op de achterflap. Een overbodige leeswijzer, want een poëziebundel pak niet als je een verslag van een recreatieve tocht wilt lezen. De verzen zijn opgedeeld in de drie delen ‘Wissels’, ‘Open plekken’ en ‘Zandwegen’.
In het eerste deel slaagt Ent er het best in het bos symbool te laten staan voor de ziel, of een plek te laten zijn voor religieuze beleving, zoals we in het gedicht ‘Vrees’ voor het eerst lezen. ‘Een altaar op de boswei / een doopvat op de viersprong / koor en schepen tussen bomen’. Het deel verkent bovendien de wisselwerking tussen natuur en mens, zoals in het prachtige ‘Vanitas’, waarin de dichter oproept het bos om te hakken omdat het vol ligt met herinneringen aan een overleden geliefde. De laatste twee regels vallen op door het gebruik van punten. Dat doet Ent namelijk zelden in Binnen de wildroosters, maar in dit gedicht wel, wat het definitieve karakter van de dood benadrukt: ‘Er moet gestorven zijn. Worden / Gisteren en vandaag. Morgen’. Merk op dat er na het woord ‘morgen’ geen punt staat. Wellicht een verwijzing naar de hoop die het christendom heeft over het grote ‘morgen’.
Dood staat samen met angst centraal in dit deel, dat gevolgd wordt een deel over licht. Hier komen we meer religieus aandoende gedichten tegen, waarin Ent soms wat doorslaat. Zinnen als ‘stilte eist dat ik me openstel’ of in het gedicht ‘Mysterie’: ‘het overtreft het weten en geloven’ doen wat therapeutisch aan. Dit zijn echter uitzonderingen, veel vaker laat Ent ook in het slotdeel weer, zien de kunst te beheersen om schoonheid te laten zien door veelzeggende beelden te gebruiken, in plaats van erover te vertellen.
Binnen de wildroosters is een bundel die qua eenheid doet denken aan Harmen Winds bundel Kilroy. Door gedichten met dezelfde beelden achter elkaar te plaatsen slaagt hij erin er een geheel van te maken. Een van de verzen is overigens opgedragen aan de in 2010 overleden dichter. Inhoudelijk doen de verzen verder denken aan werk van Willem Jan Otten. Met hem heeft Ent gemeen dat er in de poëzie regelmatig een zwijgend en observerend iemand of iets aanwezig is, zoals in dit gedicht, waarin veel beelden uit Binnen de wildroosters bij elkaar zijn gebracht.
Richtingwijzer
Je stapt af bij de paddenstoel en roept: hier ben ik!
Nooit wijst het altaar omhoog of omlaag
Altijd naar mensen planten dieren en dingen
Wie ben jij als je hier ben ik juicht?
Een dode hemelbestormer
die geen psalm meer kan zingen
een haatdragende schatgraver?
Een zus van madeliefjes
een broer van pasgeboren gras
familie van het water?
Door wie word jij gezien
en in welke richting wijs jij?
Leave a Reply