We zijn druk in gesprek en toch zien we hem, allebei en tegelijkertijd: de hoofdloze man die zich met opgetrokken schouders een weg heuvelop baant. Ons gesprek valt stil om elkaar vol ongeloof aan te kunnen kijken. Snel draaien we onze hoofden daarna weer simultaan richting man. Daar loopt hij en hij heeft nog steeds geen hoofd.
Nog nooit geloofden we zo eensgezind in het onmogelijke. Ik kan me eigenlijk niet herinneren dat we het ooit eerder zo eens waren.
Leave a Reply