Dat Heldere hemel van Tom Lanoye – het Boekenweekgeschenk van de CPNB – teruggaat op een historische gebeurtenis is inmiddels genoegzaam bekend. Op 4 juli 1989 stortte een MiG-23 neer op een gehucht in de buurt van Kortrijk. Er viel één dode.
Dat wil echter niet zeggen dat Heldere hemel een reconstructie van die werkelijkheid is. Tom Lanoye speelt het spel dat literatuur heet, daarbij de wetten van tijd, plaats en handeling tartend en puttend uit een breed arsenaal van vormen, stijlen en stemmingen.
Heldere hemel duurt zolang als de vlucht van de MiG duurt – de proloog waarvan de portee pas gaandeweg duidelijk wordt, niet meegerekend. Gedurende die tijd handelen op diverse locaties – hoever die van elkaar verwijderd zijn, wordt vermeld – personages hetzij zalig onwetend, hetzij beroepsmatig geobsedeerd.
Binnen dat tijdsbestek realiseert de aan een parachute hangende Sovjetpiloot zich dat hij niet langer tot de elite behoort als de perestrojka doorzet; wordt een door haar man voor een groen blaadje verlaten vrouw heen en weer getrokken tussen wraak en verdriet, tussen gaan of blijven; wil het groene blaadje een brug slaan, zonder van zins te zijn haar net verworven positie op te geven en plukt een jongen die nog maar net zijn geluk gevonden heeft extra gemotiveerd aan de snaren van zijn gitaar.
In diezelfde tijd moeten militairen op basis van nauwelijks voorhanden informatie keuzes maken met mogelijk ingrijpende gevolgen. Ontstaat er op de redactie van een krant onenigheid over de manier waarop over de ontstane situatie bericht moet worden.
In minder dan de zesennegentig toegestane pagina’s – maar vast met het maximaal toegestane aantal woorden – pakt Tom Lanoye uit. Heldere hemel is een staalkaart van zijn kunnen, waarin eerder werk – het zijne: De monstertrilogie, en dat van anderen al dan niet door hem vertaald en bewerkt: Euripides, Shakespeare, Tsjechov, Albee – echoot.
Hij legt mensen woorden in de mond die er geloofwaardig weer uit komen, al bedient hij zich van tekstsoorten die theatraal van oorsprong zijn.
Dat is op zich al een prestatie, maar wat vooral niet onderbelezen moet blijven, is dat Lanoye een verhaal dat zich in 1989 afspeelt, schrijft met de kennis en in de terminologie van nu. ‘Situation Room’ en ‘Ground Zero’ zijn locaties die hun gevoelsbetekenis niet ontlenen aan 1989, maar aan respectievelijk 2011 (toen Obama en zijn staf in The Situation Room keken naar de verrichtingen van een speciale eenheid die Osama bin Laden moest arresteren en uiteindelijk doodde) en 2001 (toen twee vliegtuigen zich in de Twin Towers boorden).
De discussie tussen de jongste hoofdredacteur van het land – maar geen journalist – en zijn ervaren adjunct is er één zoals die zich heden ten dage op menig redactiebureel afspeelt en de teloorgang van de kwaliteitsjournalistiek verbeeldt.
In 1989 ademde de wereld nog de sfeer van de Koude Oorlog, ook al was 1989 het jaar waarin de Muur viel. Anno 2012 is het niet veel beter gesteld met de wereld, er zijn nieuwe vijanden gezocht en gevonden, maar ook dichter bij huis tiert het wantrouwen welig. Het wereldbeeld dat Tom Lanoye schetst is somber, maar hij schetst het wel overtuigend.
Leave a Reply