Terwijl ik op zoek ga naar mijn drachmes – je weet maar nooit – zie ik mezelf als klein meisje aan de hand van mijn vader. Het is nog vroeg en we staan aan de kassa van de alimentari. Mijn vader onderhandelt over het wisselgeld. Hij heeft afgerekend met een biljet van twintigduizend lires – zeg maar fl. 22,76242466184984532115872269878, ofwel € 10,32913798178972973810470647172– en dat is veel te veel voor de verse broodjes die we willen afrekenen.
Als we even later buiten staan, staat zijn portemonnee bol van de biljetten en rinkelen er muntstukken in de zak van zijn korte broek. Maar dat is nog niet alles: ik ben weer een lolly, een handvol snoepjes en tien postzegels rijker. Maar die moet ik wel met mijn broertje delen. Mijn broertje slaapt nog. Dat is zijn ultieme vakantiegevoel.
Leave a Reply