Ik heb hier een cd die, helaas voor jullie, nog niet in de handel verkrijgbaar is. Het is Zwart Shanti van Petra Else Jekel en FN Sounds (die voor de belastingdienst gewoon Freddy Nekkers heet).
In deel 1 van deze serie had ik het over de verleidingen van de elektronica en de nietszeggende klanktapijten die dat soms oplevert. Nou, Zwart Shanti staat vol klanktapijten. En er is er niet één nietszeggend. Het is de magie van Freddy Nekkers. Als je zijn gedichten leest, zou je die ook nietszeggend kunnen noemen. Maar als hij ze voorleest, verdomme nou… Alles wat Nekkers aanraakt verandert in pure, knallende energie. Ram, boem: het steekt en het schuurt en het kraakt. Het is het gebrek aan subtiel technisch kunnen, aan formele opleiding, gecompenseerd met de power van de straat, de universiteit van het leven, om het zo maar even te zeggen.
Ik ben ook een fan van Petra Else Jekel en ik hoor haar graag voordragen. Jammer, jammer, jammer, jammer, jammer is het dan ook dat het opnemen van de menselijke stem ook hier weer een hele kunst blijkt. De elektronica is het probleem niet meer: die kan direct in de computer geplugd worden en dus zonder kwaliteitsverlies worden opgenomen, maar de stem, die heeft een microfoon nodig, een goede akoestiek en een studiotechnicus die vergroeid is met zijn equalizer en echo-apparaat. En dat vakmanschap mis, mis, mis ik hier.
Een uitgever met een groot poëzie-hart moet deze cd als een demo beschouwen en een paar duizend euro uittrekken om de voordrachten van Petra opnieuw en haarzuiver op de plaat te krijgen.
Holy crap, stel je voor dat je je koptelefoon op hebt en Petra Else Jekel zegt, zo helder alsof ze naast je staat, zonder dat je de afstand voelt van tegenstribbelende techniek, in je oor:
… Ik wil hem. Hebben. Ik wil hem. Kussen. Ik wil hem. Neuken. Hmmm lekker makkelijk. Hem dan overboord gooien, hmmm. Ja. Ja. Hem de toegang verlenen tot mijn diepte, tot mijn diepe grot. Hij heeft niets te willen, hij wil mij, ik hem, we gaan tot in elkaar…
Dat zou me wat zijn.
Ik heb hier ook Je hebt alles en je hebt mij, een album uit 2008 van Tjitske Jansen en violist Jasper Le Clercq (overigens: deze cd is uitverkocht en dus alleen nog antiquarisch). De stem van Jansen is op die cd perfect, professioneel opgenomen. De voordracht van Jansen is ook professioneel. Ik schreef het al eens eerder: een geschoold actrice die gedichten niet voorleest, maar speelt.
Le Clercq is een beroepsmusicus. En hij doet heel erg zijn best om gek te doen met zijn viool. Hij zet allemaal effectenkastjes aan en zo, maar het blijft zo… braaf, zo veilig. Het blijft het experimenteel doen van iemand met een hoofd vol muziektheorie (die overigens geen ‘theorie’ is in de wetenschappelijke zin van het woord, maar een nogal arbitrair, historisch-cultureel bepaald systeem. Systeempje, eigenlijk. Maar dat geheel terzijde).
Bij Freddy Nekkers heb je altijd het gevoel alsof er iets op het punt staat om stuk te gaan. Bij Jasper Le Clercq heb je het gevoel dat hij bang is om zijn viool te beschadigen.
Is professionalisme dan toch de doodsteek voor échte creativiteit en power? De professionals maken een bijna-perfecte cd. De outsiders (‘amateurs’ vind ik te negatief) maken een cd die technisch niet geweldig is. De cd van de professionals doet me knikken. Ja, dit is goed gemaakt. En vervolgens leg ik hem in de kast. De cd van Jekel en Nekkers zet ik steeds weer op. Die kracht, dat rauwe, de herrie. Dat de vreemde erotiek van Jekels stem en teksten voor een belangrijkdeel verloren gaat, of althans tot me komt door een filter van slecht geluid, dat neem ik dan blijkbaar voor lief.
Leave a Reply