Het was nog net geen breaking news, maar de manier waarop de commentator van dienst afgelopen zaterdag melding maakte van het feit dat Andrej Arsjavin een boek las, was op zijn minst opmerkelijk. Schijnbaar worden voetballers niet geacht de kunst van het lezen machtig te zijn. De commentator was hoorbaar in zijn sas met deze scoop. Hij wist ook nog te vertellen dat Arsjavin – 31 jaar, 1.72 m./69 kg., speler van Zenit Sint Petersburg, zeventien doelpunten in zeventig interlands – toe was aan het laatste hoofdstuk van een dikke Russische roman. Waar hij dat vandaan haalde, liet hij in het midden.
Laten we aannemen dat Andrej Arsjavin inderdaad ruim op tijd in het stadion aanwezig was en in de aanloop naar de allesbeslissende wedstrijd in Poule A inderdaad een dikke Russische roman las, welke roman kan dat dan geweest zijn?
Als wij aan dikke Russische romans denken, denken wij aan Anna Karenina van Leo Tolstoj – over overspel; Misdaad en straf/Schuld en boete van Fjodor Dostojewski – waarin het gaat om de vraag of iedere overtreder van de wet bestraft moet worden; Oblomov van Ivan Gontjarow – over een man die liever lui dan moe is en het helemaal niet erg vindt om op de bank te zitten, maar nog liever ligt, of Dode zielen van Nikolaj Gogol – waarin driftig gespeculeerd wordt met gestorven maar boekhoudkundig nog niet afgeschreven lijfeigenen.
Dikke, tot nog toe ondanks goede voornemens vaak toch ongelezen gebleven boeken die bijdragen aan de beeldvorming van de bezitter als erudiet. Dikke boeken die Andrej Arsjavin waarschijnlijk allemaal voor zijn lijst heeft moeten lezen.
Met welk boek Andrej Arsjavin in de catacomben van het stadion werd betrapt, vertelt het verhaal niet. Welke boek, welke boeken stopte hij – rekening houdend met het feit dat hij voor korte of langere tijd van huis is – in zijn rolkoffer?
Leave a Reply