Bij ons thuis was alles vroeger eerlijk verdeeld: mijn broertje de Sjors en ik de Tina. Dat ik het liefst van alles De wondersloffen van Sjakie las, kwam dan ook heel slecht uit. Mijn broertje las niet alleen langzamer, hij waakte ook over zijn eigendommen. Alleen als ik smeekte mocht ik zijn Sjors lenen. Maar pas als hij hem helemaal uit had.
Eigenlijk kon Sjakie helemaal niet voetballen. Sjakie was een voetballer van het kaliber Pietertje uit de pindakaasreclame. Geen bal raakte hij. Maar alles werd anders dankzij de schoenen van Voltreffer Vick. Als hij die droeg was de kans groot dat hij er op tijd bij was – niet altijd, want ook Voltreffer Vick had zijn slechte dagen – prachtige schijnbewegingen maakte en indrukwekkende acties bekroonde met een doelpunt. Dankzij de oude, afgetrapte wondersloffen van Voltreffer Vick kreeg Sjakie aanzien.
Daarmee is eigenlijk alles over De wondersloffen van Sjakie wel gezegd, als er niet voortdurend kapers op de kust zouden zijn geweest. En als Sjakie’s oma niet die niet aflatende drang had om haar kleinzoon er fatsoenlijk bij te laten lopen. Of Sjakie zijn schoenen ergens liet slingeren.
Nu doorzie ik hoe de spanning er in werd gehouden, toen ging ik helemaal op in het verhaal en kon ik niet wachten tot mijn broertje in al zijn goedheid mij zijn Sjors te beschikking stelde zodat ik elke week twee bladzijden verder kon lezen. Voor mijn Tina had hij geen enkele interesse. Voor De wondersloffen van Sjakie ook niet trouwens. Storm was zijn favoriet.
Leave a Reply