– Wachten op vervulling –
Een vrouw van de overkant, die nooit eerder de zee zag, laat zich overvaren. Eenmaal op het eiland aangekomen, vraagt zij naar mevrouw Mulder. Zo begint Eb, de debuutroman van Rebekka W.R. Bremmer. Mevrouw Mulder, dat is Geeske, getrouwd met Johannes, nadat hij vrouw en kind verloren had. De vrouw van de overkant en Johannes zijn allerminst bijfiguren, maar in Eb staat de volgspot – een veel te moderne vorm van verlichting voor de tijd waarin het verhaal speelt – op Geeske. Geeske die wacht op haar man die uitgevaren maar niet teruggekeerd is.
Terwijl ze wacht gaat het leven en ook het hare gewoon door, in het tempo dat hoort bij een vissersdorp in een voorbije tijd. Rebekka W.R. Bremmer beschrijft op een heel precieze onnadrukkelijke manier het dagelijks leven waarin het denken en handelen zich langs andere lijnen volstrekt dan vandaag de dag. Maar ook in die schijnbaar strenge, orthodoxe gemeenschap blijven mensen mensen, met hun twijfels, onhebbelijkheden en zelfs zondig gedrag.
Eb, gesitueerd in een Hollands decor en een idem dito mentaliteit – hoewel: bestaan er niet overal ter wereld gemeenschappen waarin in solidariteit en afgunst samengeleefd wordt, valt op door de manier waarop het verteltechnisch de loop der dingen tart. Gezientje – de vrouw van de overkant – komt, maar verdwijnt meteen weer uit het verhaal, voordat ze er definitief een rol in opeist. Als Johannes, er uit geschreven door zijn niet terugkeren, de eerste keer ten tonele gevoerd wordt, blijkt alles anders dan gevreesd, maar staat nog steeds niets definitief vast.
Gaandeweg wordt duidelijk dat Eb niet gaat over het wachten op een uitgevaren en verloren gewaande visser. Eb gaat over barre grond en een bar lichaam. In Eb wordt gewacht op nageslacht en verlangd naar een kind, en dat in een tijd dat niemand anders dan God gebeden kon verhoren. Zoals hij eens de gebeden van Sara verhoorde, en haar en Abraham een zoon gunde toen ze te oud was om zomaar zwanger te worden, nadat Abraham op aandringen van Sara al een zoon verwekt had bij Hagar. Een verhaal dat in deze roman letterlijk en figuurlijk van betekenis is. Zoals ook Lot die niet voor niets omkeek. En pomp die Johannes in de tuin geslagen heeft het equivalent is van de Bijbelse bron: plek van ontmoeting en verzoening. Want anders dan in het origineel vinden de vrouwen elkaar.
En dan is er nog de taal, die precies is en zich voegt naar wat beschreven en gezegd moet worden, en schippert tussen realisme – die niet magische variant – en naturalisme.
Leave a Reply