Hoe ben jij, Kees Engelhart, een man met toch een behoorlijke dosis ontwikkeling, intelligentie en gezond verstand, ooit in de, gezien op wereldschaal, letterkundige modderpoel die Nederland heet terechtgekomen en er zelfs met ware doodsverachting aan deelgenomen. Ik begrijp dat ik u, en mijzelf, een zinnig antwoord omtrent een en ander mijn leven lang schuldig blijven zal.
Hoe is het mogelijk dat ik met een megalomane figuur als Theodoor B. een zakelijk belang in zijn uitgeverij, die nooit een cent opleveren zal, ben aangegaan. Een belang dat mij maandelijks een kostenpost oplevert ter hoogte van het salaris van een junior-notaris. Theodoor B., die hoegenaamd geen enkel verstand bezit aangaande de literaire handel en wandel in die geperverteerde,volstrekt incestueuze, corrupte en zuiver Neder-Hollandse kleingrutters-arena.
Zolang ik het kantoor maar betaal, de rekeningen betreffende gas, water en licht, de aanschaf van allerhande moderne digitale middelen, de Kamer van Koophandel, de drukkosten, de geldelijke beloning van diverse tijdelijke en vaste werknemers, vindt Thedoor B. mij een geweldig dichter!
Ben ik soms geheel doorgedraaid en gek geworden? Ik krijg toch prachtige recensies, en vermag een duidelijk ander dichter te zijn, met interessante en waardevolle uitgangspunten betreffende de lyriek,dan de gemiddelde, veelal ploeterende dichters die ons nietige vaderland rijk is. Datzelfde vaderland dat krampachtig en licht wanhopig, wat in godsnaam met zulk kroost aan te vangen, diezelfde arme dichters-ploeteraars aan de kleine borst klemt!
Waarom verkoopt Thedoor B. dan niets. En waarom schrijft hij mij niet in voor de talrijke belangrijke literaire prijzen in dit bepiepte laagland; dat zou, als mijn gevoel mij niet bedriegt, nog wat pecunia in het laatje brengen. Niets daarvan. Nee, liever zit Theodoor B. met een glaasje en een fijn sigaartje te mijmeren over de glorievolle toekomst van zijn uitgeefhuis De Manke God. Wel, geachte lezer, ik zeg u er is geen toekomst en het is maar goed dat ik over onuitputtelijk geldelijke middelen beschikken kan. Maar toch is het te gek voor woorden.Dat zeg ik u! En het is uw schuld eveneens. Lieve lezer, denkt u daar maar eens over na!
Zo, voor vanavond is het mooi geweest. Ik schenk mij een goede courvoisier in. Ik hoor de merel in mijn tuin. Zoals te doen gebruikelijk heb ik vrede met alles. De wereld moge krankzinnig zijn, ik ben dat zeker niet. Natuurlijk, net als bij iedereen, is er met zekere regelmaat grote woede in mij, gevoelens van aangedaan onrecht, enzovoort. Goede lezer, net als u, ontlaad ik mij van tijd tot tijd. Ik blaas, ik schik, ik orden, ik beticht, ik spuug, ik word rood en blauw, ik maak onderscheid tussen de mensenkinderen die deugen en niet deugen! En dat allemaal naar eigen volkomen zuiver en perfekt inzicht.
Gelukkig duurt iets dergelijks nooit te lang. Een prachtige lenteavond laat ik zelden aan mij voorbijgaan. Meer nog dan van de dichtkunst, houd ik van de natuur, welke noch corrupt, pervers, incestueus of ijdel is.
De merel, hoog in de kastanje in mijn tuin, zingt prachtig. God is overal.
Leave a Reply