Op zijn vélo – nu eens een koersfiets, dan weer een mountainbike – gaat het denken professor doctor Marc Van den Bossche goed af. Fietsen ordent zijn dagen en gedachten. Wielrennen – ‘een legale drug’ – brengt hem in een roes en die roes heeft niet alleen een weldadig effect, die roes brengt hem ook in de stemming om te denken.
Fietsen is voor de professor – Marc Van den Bossche doceert hedendaagse filosofie aan de Vrije Universiteit Brussel – een passie die hij op obsessionele wijze preekt en bedrijft.
Wielrennen, zijn boek over die passie, is ondanks die titel geen sportboek, maar het laat wel zien hoe die sport zijn denken meer dan alleen maar in gang gezet heeft. Wielrennen is zijn geloofsbelijdenis: ‘Als ik ga fietsen, dan knutsel ik aan mezelf, aan mijn “ik”. Twee uur fietsen betekent een dag nieuwsgierig zijn. De door het fietsen opgewekte stemming laat sporen na in mijn werk, in mijn omgang met anderen. En ik blijf bijleren over mezelf. Als we ervan uitgaan dat het in de filosofie niet zozeer te doen is om louter kennis van de wereldlijke feiten, maar om zelfkennis, dan kan kennis van de eigen lijfelijkheid niet genegeerd worden.’
Volgens Marc Van den Bossche heeft de filosofie zich te lang op het denken geconcentreerd en de zorg voor het lichaam veronachtzaamd. Hij houdt dan ook een vurig pleidooi voor het herstellen van de ‘oeroude connectie van geestelijke en lijfelijke perfectie’. Hij verkiest sport die geluk en zelfperfectie tot gevolg heeft boven sport omwille van de competitie. Sport moet weer een onderdeel van de zoektocht naar het goede leven worden, zoals het dat bij de klassieke Grieken was.
Sport is voor hem dus geen doel op zich, maar een middel. Doelgerichtheid is hem sowieso vreemd. Hij prefereert zij- en omwegen. Hij verafschuwt rechtlijnigheid. Hij houdt niet van de ‘technische rede, een vorm van denken waarin zekerheid, beheersbaarheid, manipuleerbaarheid en maakbaarheid vooropstaan.’
Als iets of iemand de maat genomen moet worden, dan niet door algemeen geldende regels toe te passen, maar door te doen wat de situatie verlangt. Van den Bossche slaat kwaliteit hoger aan dan kwantiteit. In het Grieks van Plato: poison boven poson. En daarom is volgens Marc Van den Bossche Alexandre Vinokoerov een betere wielrenner dan Lance Armstrong. Armstrong wint omdat zijn rekensommen kloppen, Vinokoerov vertegenwoordigt wat onmisbaar is in sport die onderdeel is van de levenskunst: heroïek, spankracht, het onverwachte.
Leave a Reply