– Een boek in een boek in een boek en een boek in wording –
Virtuele romans – romans die alleen bestaan binnen de context van de roman waarin ze geschreven worden – daar is student Algemene Letteren Daniël door gefascineerd. Daarom leent zijn net ex-schoonmoeder hem haar exemplaar van Een tuin in Toscane van Alle Waterink, waarmee Een kamer in Rome niet één maar twee virtuele romans herbergt.
Nadat Daniël de novelle – spelend in een warme zomer, waar aan de rand van een zwembad een oudere man de jongeman gadeslaat die dagelijks komt om het zwembad schoon te houden, maar waarin ook de dichter John Keats een plaats opeist – gelezen heeft, wordt hij steeds nieuwsgieriger naar Alle Waterink, die na dat ene boek nooit meer iets gepubliceerd heeft. Om zijn liefdesverdriet uit de weg te gaan, reist hij naar Italië om ter plaatse onderzoek te doen. Daar belandt hij in het decor van de novelle en slaagt hij er stukje bij beetje in het autobiografische in het verhaal te ontrafelen.
Terwijl hij zich met pen en Moleskineboekje een weg baant in het tot literatuur gewekte verleden, overdenkt hij de suggestie om zijn zoektocht boek te laten worden.
Sipko Melissen weet van Een kamer in Rome een literair doolhof te maken waarin het prettig dwalen is, al nadert hij met het aantal genoemde titels en auteurs wel de grens van het nog behapbare en acceptabele, je kunt ook te erudiet willen overkomen.
Hij gaat de literatuur(theorie) te lijf met literatuur. Een kamer is Rome is één lange demonstratie van en uitnodiging tot close reading. Niet het zoeken naar het autobiografische staat in Een kamer in Rome ter discussie, maar de vraag of Alle Waterink wel de schrijver is van Een tuin in Toscane. En zoals literatuurcritici en –wetenschappers in de werkelijkheid regelmatig van mening verschillen over literatuur, zo hebben de personages ook allemaal zo hun idee over wie de echte schrijver is.
Daniël door zijn vriendin Carola verlaten omdat fictie voor hem op de eerste plaats komt en er voor werkelijkheid nauwelijks plaats is in zijn leven – iets wat hij zich sinds hij te gast was op het buiten van haar familie in de Ardennen waar vrienden van haar ouders en hun nakomelingen jaarlijks samenkomen zelf ook realiseert – krijgt in Italië een spoedcursus mensen kennen, toenadering zoeken en omgaan met de homo-erotische spanning die in de lucht hangt. Dat betekent niet dat hij daarna de literatuur afzweert, hij gaat er wel een andere relatie mee aan.
Sipko Melissen is een hele precieze, zorgvuldige schrijver, die goed op zijn woorden past. Zijn taal is uitermate geschikt voor het tekenen van sfeer, het karakteriseren van mensen en hun onderlinge verhoudingen – wat dat betreft kan hij zich in Een kamer in Rome en Een tuin in Toscane uitleven, dankzij de ego’s, vergane glorie en argwaan die hij er zelf ingeschreven heeft. Wat hij ook goed kan is de omgeving tot zijn recht laten komen. Des te opmerkelijker is het dat het hem lijkt te ontbreken aan het ruimtelijk inzicht dat nodig is om iemand van a naar b te sturen. Ik weet bijvoorbeeld niet op welke brug over het Singel je stil kunt staan als je onderweg bent van Kapitein Zeppos naar het P.C. Hoofthuis. Waarom me dat opviel weet ik ook niet. Een kamer in Rome is geen boek dat je spijkers op laag water laat zoeken. Het neemt je mee.
t van nood says
Waarom heet dit boek `Een kamer in Rome`