Als mevrouw Souza het wielertalent van haar inwonende kleinzoon ontdekt, begint het drillen. Trainen moet hij tot hij de conditie en het postuur van een wielrenner heeft. Champion, zo heet hij, ondergaat het lijdzaam. Hij werkt hard onder het toeziend oog van zijn oma die trainer, soigneur, mecanicien en manager tegelijk is.
Als Champion zijn kunnen toont tijdens de Tour de France komt hem dat duur te staan. Hij wordt van de weg geplukt door duistere types die hem naar Amerika verschepen. Oma en Bruno, zijn hond, volgen in zijn kielzog – zij maken de oversteek per waterfiets – en doen er samen met de muzikale trio oude excentrieke oude besjes – Les triplettes de Belleville – alles aan om hem uit zijn benarde situatie – hij wordt uitgebuit op een pedaleermachine en brengt zo veel gokkersgeld in het laatje– te bevrijden.
Er valt veel te zien in Les triplettes de Belleville – de drieling van Belleville – van Sylvain Chomet. Het verhaal is de rode draad waar hij zijn humor ophangt. Zijn de karakters al karakteristiek, in de details toont hij zich een volgeling van Jacques Tati – die zelf ook in Les triplettes de Belleville te zien is: de hoogbejaarde drieling kijkt in bed naar Jour de fête. Hij speelt met taal, maakt beeldgrappen en natuurlijk klinkt er geen geluid waar niet lang over nagedacht is.
Er zijn tekenfilms waarbij volwassenen zich stierlijk vervelen. Maar er zijn ook tekenfilms die voor hen gemaakt zijn. Zo’n tekenfilm is Les triplettes de Belleville. Ik vrees dat veel langs meekijkende kinderen heen zal gaan. Zo subtiel is Sylvain Chomet.
En aan het eind, tja, aan het eind is het net of je alleen maar naar een film hebt zitten kijken. En aan het eind is die film afgelopen.
Leave a Reply