Vandaag nadert het peloton de stad vanuit het zuidwesten. Over smalle wegen koersen ze van Rambouillet door de Vallée de Chevreuse van groen naar het grijs naar Parijs. Als Michel Tournier op het goede moment uit het raam van zijn pastorie in Choisel kijkt, kan hij ze langs zien komen. Daarna verdwijnen ze in het elzenbos. Het bos: een schuilplaats waar het gevaar op de loer ligt. Aldus Tournier. Als ik zijn Frans goed begrepen heb, tenminste. En anders is het een zin van mezelf.
Even daarna kruisen ze het pad van Jean Racine. Le chemin de Jean Racine: van kasteel – Château de la Madeleine in Chevreuse – naar klooster – Port Royal, verbastering van porrois: ruw, moerassig gebied, in Magny-les-Hameaux. Een uurtje lopen.
En als ze dan eindelijk na 3.442,1 kilometer berg op, berg af op de Champs-Élysées aankomen zit ook de Tour van 2012 er weer op. Het peloton van overgebleven renners rijdt de laatste kilometers rondjes op de duurste straat van Parijs alsof het de normaalste zaak van de wereld is om je in Parijs per fiets te verplaatsen. Dat is het niet.
‘Fietst u in Parijs?
‘U ziet het, mevrouw.’
Ze griezelde bij de gedachte. ‘Is het niet gevaarlijk, die razende rotondes?’ Ze raakte er niet over uitgepraat.
‘Twintig jaar geleden werden fietsers gesneden en weggetoeterd, nu mogen we op de busbanen,’ zei ik. ‘Er komen steeds meer fietspaden en speciale verkeerslichten. De fiets is de redding voor Parijs.’
‘Maar geen Parijzenaar die het doet,’ zei ze.
‘Omdat het geen status heeft. Drie kwartier zoeken naar een parkeerplaats, uren in files zitten, dat is pas chic.’
De fietser is Adriaan van Dis, de mevrouw een Griekse met een azuurblauwe hoed. Hij blijft naast haar bus fietsen om haar langzij van zijn gelijk te overtuigen. Als ze uitstapt, rijdt hij haar klem op de stoep.
‘Ze waaide me koelte toe. Speelde met mijn fietsbel, onze ogen zochten een terras. Na drie glazen wou ze een stukje achterop. Griekse kreetjes op de straat. We deden twee keer een rotonde.’
(uit: À bicyclette in Stadsliefde: scènes in Parijs – eerder verschenen als Rotonde in Onder het zink: un abécédaire de Paris)
Parijs. De stad van de romantiek. De stad van het spelen van spelletjes. En voor één dag de stad van het fietsen.
Leave a Reply