‘De vlam is geen attractie’, liet Lord Coe, de voorzitter van het organiserend comité weten nadat er kritiek was geuit op de onzichtbaarheid van het Olympisch Vuur dat op zo onorthodoxe wijze was ontstoken tijdens de openingsceremonie.
Dat is raar want met veel gevoel voor commercie trok het Olympisch Vuur door het ganse koninkrijk om daarna ook nog eens alle stadsdelen van Londen aan te doen. Mag het publiek zich dan afvragen waar dat vuur gebleven is.
Sinds er bij de Spelen van 1928 inAmsterdam overdag rook en ’s nachts vuur opsteeg uit de Marathontoren is het Olympisch Vuur op alle navolgende Spelen zichtbaar geweest in de wijde omtrek van een Olympisch Stadion. Sinds die tijd brandt het vuur onafgebroken tot het tijdens de sluitingsceremonie gedoofd wordt. Met die twee inmiddels tot traditie verworden gebruiken – die verwijzen naar het offer van honderd ossen dat in de tempel van oppergod Zeus gebracht werd toen de spelen nog in Olympia gehouden werden – breekt het land dat bekend staat om zijn tradities.
Het vuur blijkt volop te branden, maar is alleen zichtbaar voor de toeschouwers die zich in het Olympisch Stadion bevinden. Maar daar is niets te doen in de eerste week van de Spelen. Pas met de start van het atletiektoernooi verplaatsen camera’s en aandacht zich naar daar. Om de atleten alle ruimte te geven moest het centraal in het stadion ontstoken vuur het middenterrein verlaten. Daarvoor moet het even uit. Omdat de traditie voorschrijft dat het niet uit mag, moest het trotse vuur weer even terug in het lantaarntje waarin het ook tijdens de verplaatsingen per vliegtuig gevangen zat.
Zij die zich buiten het stadion bevinden moeten het doen met de beeldschermen waarop het vuur – na de geuite kritiek iets vaker – getoond wordt en dat is behelpen, net zoals kijken naar een dvd met een brandend haardvuur behelpen is. Je wordt er niet warm of koud van.
Leave a Reply