In de veronderstelling dat er in de film Babel van Alejandro González Iñárritu Engels gesproken zou worden, durfde ik het wel aan om hem in een Portugese bioscoop te gaan bekijken. Zo ik al acht zou slaan op de ondertitels – wat ik natuurlijk doe, ik lees zelfs mee als een Nederlandstalige serie van Nederlandse ondertitels voorzien is omdat de Vlamingen ons anders niet begrijpen, zoals ook wij gemakshalve Vlaamse series ondertitelen omwillen van het kunnen volgen van het verhaal – dan alleen om mijn Portugese woordenschat aan te vullen.
Ik had beter kunnen weten. De film heet niet voor niets Babel. De veeltaligheid – Engels, Frans, Spaans, Japans – bleek echter geen belemmering. Om het verhaal te kunnen volgen hoefde ik alleen maar goed te kijken. Na afloop bleek dat ik veel eerder dan zij die behalve kijken ook nog moesten luisteren of lezen de essentie gevat had.
Zelfverzekerd geworden door die ervaring viste ik Ο ΑΣΤΕΡΙΞ ΣΤΟΥΣ ΟΛΥΜΠΙΑΚΟΥΣ ΑΓΩΓΕΣ uit mijn boekenkast. Bovendien: was mijn lezen niet begonnen met plaatjes kijken. Ondanks het Grieks moest ik toch kunnen begrijpen waar Asterix en de Olympische Spelen (Asterix aux Jeux Olympiques) over zou gaan. Niet dus. Ik kom niet verder dan de gevoelsbetekenis van het verhaal.
Dat een Romeinse atleet, gelegerd in de buurt van dat vermaledijde dorpje zijn lichaam oefent, zover kom ik nog. En dat hij, geoefend en getraind gefrustreerd raakt als hij als hij door de eersten de besten – Asterix en Obelix – voorbij gelopen wordt en door de eerste de beste uit zijn sandalen gemept – Obelix – dat snap ik. Dat hij – die Romeinse atleet – traint voor de Spelen wordt duidelijk als de hele mannelijke bevolking uit dat Gallische dorp scheep gaat een roeiend koers zet naar Athene en vandaar naar Olympia, laat zich ook door mij raden. Dat het Romeinse legioen hen de gang naar Griekenland wil besparen omdat allen Grieken en Romeinen mee mogen doen en dat Asterix zich dan op Julius Caesar beroept die overwonnen volkeren tot Romeinen degradeert, ontgaat mij volledig.
Net zoals de plaatjes mij niet vertellen dat Obelix niet mee mag doen vanwege de toverdrank, die op de lijst van verboden middelen blijkt te staan. Zonder toverdrank is ook Asterix niet opgewassen tegen het loopgeweld van een afgericht peloton. Dus moet hij een list verzinnen. Dat hij uiteindelijk de enige is die op eigen kracht de wedstrijd uitloopt en zijn tegenstanders gediskwalificeerd worden omdat ze van de toverdrank gesnoept hebben, wordt uit de plaatjes duidelijk. Dat hij hun samen met de druïde en Obelix op het spoor van de toverdrank gezet heeft niet.
Voor het verhaal heb ik zelfs bij een strip de taal nodig. Maar zonder me om te taal te moeten bekommeren kijk ik beter. En net als bij Babel had ik nu oog voor details die ik anders over het hoofd gezien zou hebben. Die Romeinen mogen dan rare jongens zijn, Asterix en de zijnen doen daar nauwelijks voor onder.
Leave a Reply