In de honderd meter die een sprint duurt is er geen tijd voor het groots en meeslepend afdwalen van gedachten. Een sprinter is maar met een ding bezig: de race. Zelfs het werpen van een blik op een tegenstander kan een sprinter de overwinning kosten. Hoe anders is dat voor een langeafstandsloper. Die heeft onderweg tijd zat, zeker als het hem niet om het resultaat maar om het lopen te doen is.
Dirk van Weelden is een hartstochtelijk loper die er een sport van heeft gemaakt om onderweg aan andere dingen te denken. Looptijd gaat zeker en vast ook over hardlopen en wat daar allemaal bij komt kijken, maar meer nog over het over hoe lopen zijn wezen bepaalt, misschien wel is. Bovendien bevat het een kleine cultureel-antropologische geschiedenis van het lopen.
Lopen mag dan nu vooral gezien worden als lichaamsbeweging en sport, lang was lopen ook bittere noodzaak. Wilde de jagende mens aan eten komen, dan moest hij zijn prooi achterna kunnen. Toen pen en papier, telefoon en computer nog niet bestonden was de mens afhankelijk van loop- en uithoudingsvermogen, wilde hij boodschappen kunnen versturen. Lopen lost ruimte en tijd op en in het vacuüm dat daardoor ontstaat is het goed ordenen en filosoferen. In Looptijd levert lopen verhalen op die gemaakt zijn van de stof die door het lopen zelf, door de onderweg gepasseerde ervaringen en ontmoetingen, landschappen her en der en door associatief denken, wordt aangemaakt.
Dirk van Weelden is behalve loper en filosoof ook familieman. Zijn tochten beginnen en eindigen bij de mensen die hem dierbaar zijn. Soms letterlijk, soms in gedachten. Toen zijn beide ouders kort na elkaar stierven was de behoefte groot om stil te staan bij het leven. Dat deed hij lopen. Looptijd is het resultaat van een jaar denken in de periferie van het dagelijks bestaan.
Een loopschrijver van een andere soort is Abdelkader Benali. Als Benali loopt, is hij erop gebrand om dat zo snel mogelijk te doen. Elke marathon moet sneller dan de vorige. Tijdens de race is hij gefocust, wat niet wel zeggen dat hij in zijn hoofd geen zijpaden bewandelt, want net als Dirk van Weelden beschikt Abdelkader Benali over een loopdenkvermogen. Maar meer dan bij Dirk van Weelden hebben de gedachten van Benali betrekking op het lopen zelf.
De Abdelkader Benali in Marathonloper houdt nauwkeurig bij hoeveel kilometers hij al gelopen heeft en hoeveel hij er dus nog moet. Kilometers worden hoofdstukken – zoals in De renner Tim Krabbé is het verloop van de wedstrijd de kern van het verhaal – en zo kan hij zijn eigen vorderingen op de voet volgen en beschrijven. Dat liveverslag van de wedstrijd vult hij aan met zijn persoonlijke geschiedenis als loper in een familie en cultuur die van zijn lopen niets begrijpt. Een bijzondere plaats is ingeruimd voor Rodriquez. Het is zaak bij Rodriquez in de buurt te blijven, dat wordt al snel duidelijk, maar naarmate de marathon vordert verandert Rodriquez van gedaante: van meeloper wordt hij imaginair rivaal om vervolgens als tegenstander in de liefde ontmaskerd te worden. Marathonloper loopt uit op een roman over de liefde, een liefde die aangewakkerd is door het lopen.
Marathonlopers hebben veel tijd om na te denken en af te dwalen tijdens de tweeënveertig kilometer en honderdvijfennegentig meter die zij moeten afleggen, ook vandaag. Hun kunst is om geconcentreerd te blijven en hoofd en voeten in dezelfde wedstrijd te houden.
Leave a Reply