‘Het nutteloze, dat is het aardigste van heel de sport. Het houdt in dat je het ook kunt laten’, dat zijn de laatste woorden van Midas Dekkers in Lichamelijke oefening, zijn vrolijke aanklacht tegen het al te overdreven bewegen dat sport heet.
Sport is volgens Dekkers nergens voor nodig. Voor een gezonde geest hoef je het niet te doen. Hij vraagt zich zelfs af of wie zo overdreven veel aandacht besteedt aan zijn lichaam wel goed bij zijn hoofd is.
Als sporten al tot verlenging van het leven leidt, dan hoogstens voor de duur dat er gesport is en die tijd had je dan volgens Midas Dekkers wel beter kunnen besteden. Wie af wil vallen verliest meer gewicht tijdens een goede nachtrust dan door onbeholpen door velden en langs wegen strompelen. Midas Dekkers – hij is voor de biologie wat Maarten van Rossem voor het historisch besef is – is op stoom in Lichamelijke oefening, maar al steekt hij in zijn boek de draak met sport en sporters en krijgt hij daarmee lachers op zijn hand: Lichamelijke oefening is een serieus cultureel-antropologisch boek waaruit duidelijk wordt hoe sport bij gebrek aan concurrentie van functionele fysieke arbeid de ultieme vorm van het oefenen van het lichaam geworden is.
Erger nog dan sport is sport waarbij strijd geleverd wordt: ‘Wat ik aan sport het meest vrees, is de overwinning.’ Competitie is voor van alles en nog wat – het componeren en zingen van liedjes, het bouwen van huizen, het bedrijven van politiek – de doodssteek, en dus ook voor de sport. Wat zal Midas Dekkers opgelucht zijn dat de lange sportzomer van 2012 er op zit.
Voetbal, tennis, wielrennen en de multidisciplinaire Olympische Spelen zullen zijn vermogen tot incasseren fors op de proef gesteld hebben, want ook voor wie niets wilde zien, horen of ervaren was het niet eenvoudig bewegende beelden van meer en minder soepel bewegende lijven te ontlopen. Misschien dat de tegenvallende resultaten van de Nederlanders tijdens al deze evenementen voor enige genoegdoening zorgen.
Tijdens de sportzomer van 2012 maakte ik een gang langs mijn boekenkast en plukte er titels uit waar ik nooit aan toekomen was of die hun herlezen voor de gelegenheid afdwongen. Wat een rijkdom, zo’n prijzenkast vol boeken.
Ook ik laat de sport nu even voor wat ze is, maar niet dan nadat ik ze in willekeurige volgorde op een rijtje gezet heb: sportmomenten die de lange sportzomer van 2012 voor mij memorabel maakten. Want behalve van lezen en boeken houd ik ook van sport:
Andy Murray haalt de finale van Wimbledon. Dat hij die finale twee dagen later verliest van Roger Federer doet niets af aan deze prestatie. Waar ‘gentleman’ Tim Henman ondanks high hopes en gedegen spel faalde, slaagt de Schot Murray uiteindelijk wel. Henman Hill heet nu Murray Mountain.
Vier weken later staat Murray op hetzelfde gras tegen dezelfde tegenstander in de Olympische finale. Die wint hij wel.
Team Sky zet in de Tour de France alles op de gele trui van Bradley Wiggins. Sprinter Marc Cavendish moet het zonder treintje stellen. En ook dan blijkt hij te kunnen winnen. Hij wint weer op de Champs-Élysées, maar de sprint in Brive-la-Gaillarde was de indrukwekkendste.
Zesvoudig wereldkampioen is Katharine Grainger die samen met Anna Watkins eindelijk een gouden medaille wint bij het roeien. Na op voorgaande Spelen drie keer net niet – al is dat nog altijd zilver – werd het goud haar niet alleen gegund, maar verwachtte het thuispubliek stilletjes dat ze het dit keer waar zou maken. Haar lach na afloop was de meest stralende van alle winnaars. Hoewel zij de medaille wilde delen met iedereen die haar al die jaren gesteund had, wees Sir Steve Redgrave – winnaar van een gouden roeimedaille op vijf achtereenvolgende Spelen – haar onmiddellijk terecht: het hele volk geniet mee van deze medaille, maar hij is van jou!
Scheidsrechter Torsten Berg trekt een zwarte kaart en wijst voor het oog van de camera vier badmintonster die er een potje van maken erop dat zij gediskwalificeerd kunnen worden omdat zij handelen in strijd met de gezworen eed. Uiteindelijk worden er vier damesdubbels naar huis gestuurd wegens onsportief gedrag. De dames speculeerden door opzettelijk onder hun kunnen te spelen op een eindstand in de poule die hun in de volgende ronde een zwakkere tegenstander zou opleveren. Torsten Berg deed wat hij moest doen. Ook namens hem is een eed gezworen.
Céline van Gerner, twaalfde op de individuele meerkamp turnen. Op zich al een prestatie, maar dapper was vooral dat zij aan tafel bij Mart Smeets toe durfde te geven niet te begrijpen waar de discussie over ging toen het woord compromisloos viel.
De prinsen William en Harry die op de bank bij BBC’s Sue Barker praten over de rol van hun oma tijdens de openingsceremonie. Dat zij zich aan de zijde van 007 zou scharen was een zelfs voor haar kleinzoons goed bewaard geheim.
Sue Barker is al jaren het gezicht van sportverslaggevend Groot-Brittannië. Door haar staat van dienst kan ze zich veroorloven je en jij te zeggen tegen haar gasten – om te weten of ze dat daadwerkelijk doet moet je goed luisteren, het verschil tussen u-you en jij-you is niet altijd meteen duidelijk. William en Harry – jij-you – zijn aandoenlijk trots als het gaat over hun nichtje Zara Phillips die als lid van de Britse equipe zilver won bij het eventing.
Sir Chris Hoy wint zijn zesde gouden medaille en wordt daarmee de meest succesvolle Britse Olympiër. Sir Steve Redgrave, die tot London 2012 die titel voerde, komt hem eer betuigen. Hoy is humble: voor hem blijft Redgrave vanwege die vijf opeenvolgende medaille de grootste. Neemt niet weg dat hij in tranen op het podium staat. En hij vergeet niet de mensen die het mogelijk gemaakt hebben te bedanken.
Hij had de pech dat hij zijn wereldrecord liep op de avond dat Usain Bolt met zijn winst op de tweehonderd meter de eerste atleet werd die zowel de titel op de honderd als tweehonderd meter prolongeerde. Maar de tijd van David Lekuta Rudisha staat: 1.40.91 meter. En dat zonder haas. Het was het wereldrecord dat verbroken werd in het atletiekstadion.
De dag erna gaat de laatste nog uit de DDR-tijd stammende record er aan. De Oost-Duitse vrouwen deden in 1985 41 seconden en 37 honderdsten over de 4 x 100 meter estafette. De Amerikaanse vrouwen maken er 40.82 van.
Voor het eerst in de geschiedenis van de Olympische Spelen bestaan de teams van alle deelnemende landen uit mannen en vrouwen. Wojdan Shaherkani uit Saoedi-Arabië (judo), Maziah Mahusin uit Brunei (atletiek, 800 meter), Noor Hussain Al-Malki uit Qatar (atletiek, 100 meter) en Tahmina Kohistani uit Afghanistan (atletiek, 100 meter): allemaal de eerste vrouw die namens hun land uitkwam op de Spelen. Met wisselend succes, maar dat ze er bij waren betekent iets.
Presteren op het moment dat het moet en daarmee verwachtingen waarmaken. Het is niet alle favorieten gegeven. Epke Zonderland deed het wel. Hij nam risico en vloog. Zijn kunnen is niet onopgemerkt gebleven. Hij deed zijn woordje in vreemde talen en in vreemde talen werd de loftrompet over hem gestoken. Maar het mooiste eerbetoon was dat van Hans van Zetten, die ‘uit zijn dak’ ging, maar ook in de geest van deze Spelen probeerde een generatie te inspireren door te verhalen over zijn eerste reuzendraai aan het hoge rek.
Leave a Reply