Hoe joviaal en gepassioneerd Ben Verwaayen ook zat te zijn bij Zomergasten, het was geen prettige boodschap die hij bracht. Liet trendvoorspeller Lidewij Edelkoort het vorige week nog ben een grote hobbel die genomen moest worden, Verwaayen suggereerde dat de boot eigenlijk al gemist is. Met name Europa – hoe je dat concept dan ook wilt definiëren – heeft de kans om de economie richting toekomst te hervormen voorbij laten gaan. Het besef dat we leven in een tijd van megaveranderingen wordt door te weinig mensen gerealiseerd om grootscheepse veranderingen in gang te zetten en door te voeren.
Individuen ontbreekt het aan de durf om te kiezen en een nek uit te steken. Hij staat volledig achter wat Steve Jobs daarover in zijn befaamde toespraak op Stanford University zegt. Grotere verbanden hebben te maken met het mechanisme dat regulering altijd achter loopt bij de realiteit. Een niet over het hoofd te zien aspect daarvan is dat de bestaande machtsstructuren niet langer passen op de manier waarop de macht verdeeld is. Verwaayen: ‘We leven nu in een multipolaire wereld – landen als China, Brazilië, Turkije en Zuid-Afrika zijn uit aan het groeien tot economische grootmachten en hebben dus iets in de melk te brokkelen – terwijl de machtstructuur, waaronder de samenstelling van de Veiligheidsraad, nog steeds gebaseerd is op de tegenstelling zoals die ten tijde van de Koude Oorlog gold – Amerika vs. Sovjet-Unie/kapitalisme vs. communisme/het westen vs. het oosten.’
In plaats van bang te zijn en opkomende economieën te beschouwen als bedreiging, is het volgens Verwaayen verstandiger om verworvenheden los te laten – ‘je moet alles ter discussie durven stellen. Dat is geen politieke afweging, maar de realiteit’ – de mouwen op te stropen – ‘individuen werken dan misschien wel hard, maar als samenleving werken we niet hard: we beschouwen verworvenheden als te vanzelfsprekend’ – te formuleren waar we in de kern goed in zijn en zo iets tegenover de passie, inzet en het grijpen van kansen van bijvoorbeeld de Chinezen – ‘Chinezen zijn superkapitalisten’ – te zetten. ‘Als we de keuze maken om niets te doen, moeten we bereid zijn de consequenties te aanvaarden. Het meest waarschijnlijke is dat we het minder goed krijgen. Voor het eerst zullen kinderen het slechter krijgen dan hun ouders.’ Verwaayens weg is die van meer ondernemerschap, met meer eigen risico.
Verwaayen is van/voor de VVD, maar de boodschap die hij in Zomergasten brengt is bepaald geen zendtijd voor zijn politieke partij. Wat hij zegt ontstijgt het partijpolitieke belang. Ook de VVD zal tandjes bij moeten zetten, wil de partij aan Verwaayens standaard voldoen. Europa is de kleinst denkbare eenheid die als machtsblok mogelijk in staat is om bestaande structuren te doorbreken, maar een Europa dat zich verliest in details en bemoeienis op microniveau zal daar volgens Verwaayen niet in slagen.
Tot zover de visionair Verwaayen. ‘Ik wil verbeteren, daarom maak ik me sterk voor de maatschappelijke zaak’ – de kans dat hij ooit na verkiezingen ja zal zeggen tegen een ministerspost is klein: ‘politiek is een passie, maar gelukkig niet mijn beroep’.
In het dagelijks leven is Ben Verwaayen topondernemer in de telecom, eerst bij KPN, toen bij BT en nu bij Alcatel-Lucent. Zijn kracht ligt in het communiceren, niet in het creëren. Alleen daarom al zit er een houdbaarheidsdatum op leiders zoals hij waarvan, omdat ze niet zelf scheppen, de toegevoegde waarde eindig is.
Als zijn beste eigenschappen noemt hij zelf naast het zien van kwaliteiten van anderen ‘het snel ergens de essentie van doorzien, het hebben een geweldig geheugen en kunnen bouwen van bruggen tussen culturen.’
Dat Ben Verwaayen zich bewust is van cultuurverschillen bleek uit de keuze van de fragmenten, die maar voor een deel – Eten voor India, The Chinese are coming, een reportage uit Tegenlicht over de textielindustrie in Prato, een fragment uit de speelfilm Glengarry Glen Ross – dienden als onderbouwing van zijn analyse op de huidige stand van de economie en samenleving. Wat zij over Ben Verwaayen zelf te zeggen hadden, was minstens zo interessant. Hij is een man die cultuurverschillen signaleert en analyseert om individuen, organisaties en processen te begrijpen. Hij laat zien hoe verschillend de politieke cultuur – ‘de politieke cultuur is belangrijk omdat het leiderschap de kans geeft zich te ontplooien’ – in Nederland, Engeland en Frankrijk is, drie landen waar hij beroepsmatig gesetteld was/is, afgemeten aan de manier waarop journalisten de leider van het land interviewen. Uit de manier waarop Freddy Mingele Rutte interviewt spreekt een egalitaire verhouding, terwijl Jeremy Paxton een machtstrijd voert met premier Gordon Brown en in Frankrijk wordt macht gevierd en mag je ermee te koop lopen, hetgeen Sarkozy dan ook uitstraalt als hij journalisten ten paleize uitnodigt.
The Pink Panther, zijn keuzefilm met Peter Sellers en David Niven, is een grote parodie op de verschillen tussen Frankrijk en Engeland.
Dat Verwaayen zelf de voorkeur geeft aan het harmoniemodel boven het conflictmodel – ook dat is een cultuurverschil – liet hij via een omweg zien. Het blijkt uit de toelichting op een gescript testimonial interview uit1972 inhet kader van de zendtijd voor politieke partijen. Aan de poort van kazerne De Wittenberg doet Verwaayen – in uniform, met de insignes van de Verbindingsdienst op zijn revers – een oproep om lid te worden van de VVD. Verwaayen richtte een rechtse soldatenvakbond die in plaats van te protesteren tegen misstanden onderhandelde over verbeterpunten.
Een heel ander cultuurverschil is dat tussen hoge en lage cultuur. Darts en André Hazes, Ben Verwaayen schaamt zich er niet voor dat te laten zien en er enthousiast over te zijn. Terwijl Verwaayen benoemt hoe darten van cafésport spannende televisie geworden is, blijft het voor Leyers iets met pijltjes op de roos mikken, vermaak waarvoor je op café gaat, zoals je ook op café gaat om te biljarten.
Presentator Jan Leyers bleef bij tijd en wijlen hangen in de pose van linkse intellectueel. Hij sloeg in deze afleveringen nog een paar keer de plank mis: hij spreekt volgens Verwaayen ten onrecht badinerend over topkop Bernard Loiseau, die zelfmoord pleegde toen het gerucht ging dat hij zijn derde Michelinster zou verliezen en hij predikte ten onrecht protectionisme om de opkomst van de Chinezen een halt toe te roepen.
Mensenmens Ben Verwaayen. Hij vindt zichzelf een absoluut een zondagskind. Hij benadrukt dat hij niet zijn baan, niet zijn visitekaartje is. Diners, recepties en golf zijn aan hem niet besteed. Hij is al 42 jaar samen met zijn Heleen en heeft nog steeds dezelfde vrienden als vroeger. ‘Ik werk met passie, focus en inzet, maar mijn werk is niet wat ik in essentie ben.’
Op een tropische zondagavond ben ik even geneigd hem te geloven, maar weet ik dat verkopen en communiceren zijn core-business is
constantijn says
Waarom heeft zomergasten geen interviewer meer? ik hoor al afleveringen lang geen interviewer soms denk ik HEY ik hoor iets maar dan blijkt het misschien een geluidsman of een cameraman te zijn… Ik hoop volgend jaar op een interviewer voor wat tegengeluid alleen maar de gast horen praten vind ik maar een beetje saai…
Yvonne van Leeuwen says
Ik heb enorm genoten van Ben Verwaayen en heel veel geleerd. Zijn basishoudign: accepteer wat niet te veranderen is, en verander wat kan (en niet te accepteren is) straalt hij uit in woord en gebaar. Opwekkend, juist als het komt van een senior. En ook zijn spontaniteit, zijn antwoorden zonder enige reserve, waren verfrissend. Zijn analyse van macht en machtstructuren is voor mij een opsteker voor het leven!
Ik ben diep geschokt van het commentaar van Jacq Zinken in de Volkskrant die het heeft over een demasqué van ego’s: typisch een opmerking van iemand die zelf een groot ego heeft. Laat briljante mensen blinken. Ben Verwaayen is er een. Ik vergeet hem niet meer. En ook Jan Leyten, die mensen de ruimte (met name non verbaal) geeft mag van mij blijven!