Toen hij samen met Freek de Jonge – ook een oud-presentator van Zomergasten – aan tafel zat bij DWDD in de uitzending waarin bekend gemaakt werd wie dit jaar de presentator van Zomergasten zou zijn, liet hij zich ontvallen zelf ook wel eens gast te willen zijn. Niet dat hem dat expliciet gevraagd werd, hij zei het min of meer tussen neus en lippen door. Waarschijnlijk heeft niet eens iedereen het gehoord. Omdat veel bij televisie doorgestoken kaart is, is allerminst zeker dat die geprevelde woorden hem zijn plek aan tafel in wat de laatste aflevering van het seizoen had moeten zijn hebben opgeleverd. Misschien was zijn komst toen al in kannen en kruiken.
Adriaan van Dis maakte voor Zomergasten een verhaal, een mooi verhaal, maar een verhaal. En bijna aan het eind kwam er geen olifant, maar blies hij zelf het verhaaltje uit. Toen Jan Leyers hem zijn eigen woorden in de mond legde – ‘je hebt eens in een interview gezegd dat de fragmentkeuze van een zomergast zijn obsessies verraadt’ – antwoordde hij, na nog eens benoemd te hebben wat hij had laten zien: oorlog, beschadiging en verhalen verzinnen/herinneren: ‘Ook ik heb grenzen, ik weet wat ik laat zien. Al lijkt het open, het is niet helemaal open.’
Geen verhaal, geen thema, dat was zijn voornemen. Maar toen de fragmenten gekozen waren bleek het toch een verhaal geworden te zijn, een verhaal dat gaat over de oorlog. Als hij dat zegt, is Zomergasten amper begonnen. Er wordt nog volop afgetast en op het gemak gesteld. Een definitie van oorlog wordt niet gegeven. Voor het gemak wordt aangenomen dat oorlog de oorlog is die Adriaan van Dis van huis uit heeft meegekregen.
Maar oorlog alleen maar opvatten als gewapende strijd met alle traumatische gevolgen van dien staat het volgen van het verhaal dat Van Dis wil vertellen in de weg. Oorlog zien als gewapende strijd die voortkomt uit vijandigheid belemmert het zicht op de samenhang tussen de fragmenten en dat wat Adriaan van Dis ondanks zijn eigen reserves over zichzelf vertelt.
Want ook al:
– verschilt de strijd van Svyato, het jongetje dat op tweejarige leeftijd voor het eerst met zijn eigen spiegelbeeld geconfronteerd wordt en dat wat hij niet kent begint te slaan om zich al vrij snel letterlijk met zichzelf te verzoenen, van die van aan shellshock leidende veteranen uit de Eerste Wereldoorlog en troostmeisjes die moesten doen wat de Japanse bezetter verlangde de werkelijkheid geweld aandoen omdat zij zich de gruwelijkheden niet willen herinneren en daarom van wat er gebeurd is een verhaal maken waarmee ze kunnen leven;
– is de weerzin – ‘ontkenning is ook een vorm van kwaad’ – tegen de valse deftigheid van de weduwe Rost van Tonningen die oproept tot raszuiverheid van een andere orde dan de weerzin tegen en ergernis over corrupte en corrumperende banken;
– is het verzet van chimpansee Charly die per se met water en zeep gewassen moet worden nadat hij contact heeft gehad met lager ontwikkelde dieren niet te vergelijken met de manier waarop Breyten Breytenbach apartheid bestreed;
– heeft de oproep van Gulliver aan de lilliputters om tegenstellingen te laten voor wat ze zijn een andere intensiteit dan de oproep van de vrouw die zonder armen geboren werd om haar als mens te zien en haar niet buiten te sluiten;
– is Parijs voor een buitenstaander die er slechts tijdelijk verblijft een andere stad dan voor de Parijzenaar die er net als andere Fransen niet trots op is om niets te weten,
wat Van Dis laat zien en aan de hand daarvan over zijn leven, drijfveren en overtuigingen vertelt, hoort en past bij elkaar. Samen vormen de fragmenten een voor de gelegenheid samengesteld, geautoriseerd maar niet alles onthullend (zelf)portret van Adriaan van Dis.
Om het grotere verband te zien moet het begrip oorlog ruim geïnterpreteerd worden. De sleutel was voor mij een zin uit het fragment over Francis Bacon Van Dis’ favoriete schilder, en meer – ‘ik ben het met alles wat hij zegt eens, maar ik ben te burgerlijk om zo te leven’. Bacon heeft het over ‘the violence of life’. Meer dan over ‘de oorlog’ gaat het verhaal van Van Dis over ‘the violence of life’. Elke poging om die vier woorden in het Nederlands te vertalen leidde de afgelopen minuten tot verlies van gevoelsbetekenis, vandaar dat ze hier in het Engels staan.
Drie uur lang is Adriaan van Dis als was in de handen van Jan Leyers. Bijna drie uur lang stelt hij door een voorbeeldige gast te zijn Jan Leyers in staat om – de enige die dat ook deed was Jolande Withuis – gastheer te zijn. Bijna drie uur lang lukt dat Leyers ook, tot het moment waarop hij verstart als Van Dis weigert een vraag over zijn priveeste privéleven te beantwoorden.
Natuurlijk geeft Adriaan van Dis niet zijn hele zelf bloot. Dat doet hij nooit. Maar omdat hij in zijn schijnbaar autobiografische oeuvre en in interviews veel prijsgeeft wat anderen voor zichzelf houden en de verhalen die hij vertelt consistent zijn – ook het in Zomergasten vertelde verhaal past naadloos in dat grote geheel – wekt hij de indruk/geloven wij* (*doorhalen wat niet van toepassing is) dat we alles van hem weten. Mogen weten. Maar we moeten onszelf geen illusies maken.
Dat we weten dat hij morgen (dus vandaag) uit Parijs vertrekt – ‘Parijs vraagt iets van mij wat ik nu niet meer wil’ en in de Achterhoek gaat wonen; dat hij een graf gekocht heeft in Bergen – ‘een aandeel in de grond’, lijken bekentenissen maar het zijn maar feiten, niet meer dan zijn buitenkant. Dat je je op buitenkant kunt verkijken, dat risico neemt hij, zo lijkt het, meestal moeiteloos voor lief.
rina says
Mooi programma met Adriaan van Dis, interessante man. Jammer dat hij toch nog even insinueerde dat Wilders naar een zuiver ras streeft, terwijl een man van zijn kaliber moet weten dat Wilders juist wil voorkomen dat de originele ideologie van de Islam die even discriminerend en intolerant is als het nazisme hier in Europa een poot aan de grond krijgt. Als regelmatige indonesieganger moet hij dat weten (denk daar ook eens aan de Hindoes en Boeddhisten) en moet hij dat bekennen en niet de politiek correcte achterhaalde versie daarvan blijven napapegaaien. En kleine doch onuitwisbare smet op zijn verhaal.