Blade runner

     
Ook in de sport bestaan er dubbeltalenten: atleten die zo goed zijn in twee sporten dat ze  beide op wedstrijdniveau beoefenen – en dan heb ik het niet over kogelstoters die ook discuswerpen en ook niet over zeven- en tienkampers. Er zijn sporters die zo goed zijn in zeg maar schaatsen en wielrennen – want dat is een combinatie die veel voorkomt – dat zij zich in beide takken van sporten weten te kwalificeren voor grote toernooien. Er zijn er zelfs die in meer dan één sport deelnemen aan de Olympische Spelen. Zeker toen de Zomer- en Winterspelen nog in hetzelfde jaar gehouden werden – tot 1992 – was het een  kwestie van heel goed plannen om alle spieren op tijd in de optimale stand van de te beoefenen sport te krijgen.

Voor Oscar Pistorius is 2012 een druk jaar. Binnen anderhalve maand moet hij presteren op twee Olympische toernooien. Een geluk bij een ongeluk is dat hij dat maar in één tak van sport hoeft te doen: atletiek. Oscar Pistorius loopt hard: op de 100, 200 en 400. Hij doet dat individueel, in estafetteverband, maar altijd op kunstbenen van koolstofvezel. Aan die benen dankt hij zijn bijnaam: Blade Runner.

Het had heel wat voeten in de aarde voordat Oscar Pistorius mocht starten op de Olympische Spelen. De IAAF – de internationale atletiekfederatie – vond het niet kunnen. Zijn kunstbenen verschaften Pistorius een zodanig voordeel dat van eerlijke concurrentie met hardlopers op biologische bene geen sprake was. Zijn koolstofvezelen benen zorgen ervoor dat energie beter teruggeleid wordt naar de bovenbenen, dankzij zijn blades verbruikt Pistorius minder zuurstof en is hij minder blessuregevoelig, wat hem zowel tijdens trainingen als in wedstrijden een voorsprong geeft (Betekent dit dat Usain Bolt met kunstbenen nog harder zou gaan?).

Pistorius tekende beroep aan en werd door het internationaal hof voor sportarbitrage (CAS) in het gelijk gesteld. Het hof achtte niet bewezen dat hij voordeel had van zijn benen, en dus deed Pistorius deze zomer mee aan de Olympische Spelen en doet hij nu mee aan de Paralympics. Ook daar maakt hij het zichzelf niet makkelijk. Hij heeft handicap T43 (dubbelvoudige amputatie onder de knie), maar neemt het op tegen sporters met handicap T44 (enkelvoudige amputatie onder de knie).

In de luwte van de commotie om Oscar Pistorius deden er overigens nog twee sporters met een beperking mee – althans ik zag er nog twee, misschien waren het er meer. Bij het handboogschieten was de slechtziende Im Dong-hyun zelfs één van de favorieten – hij werd al in de achtste finale uitgeschakeld door ‘onze eigen’ Rick van der Ven. Bij het tafeltennis zag ik een speelster zonder onderarm worstelen met de service. Alleen aan haar was af te zien dat ze ten opzichte van haar tegenstandster in het nadeel was.