‘Bij alles, ’t zij mens, dier of ding, kun je je afvragen hoeveel stukken je ervanaf kunt halen, wil iets nog zichzelf blijven’, schrijft Charlotte Mutsaers op de eerste bladzijde van haar bundel Kersebloed in het essay Niet de ziel, wel haar spiegels. Om de voorbeelden valt te lachen: ‘Hoe hoog kan een vrouw haar rok inkorten zonder voor schut te lopen in louter zoom? Is een uit met één rok aan nog wel een ui? Wanneer wordt een boom een plank en een koe een haas? (…)’, maar Charlotte Mutsaers werkt met haar vraag naar een fascinatie die ze nog nooit met iemand heeft kunnen delen. De fascinatie betreft een foto van een soldaat waarvan bijna het hele gezicht is weggeschoten. Volgens Charlotte Mutsaers schuilt het geheim van de foto in het contrast tussen ‘de ontzetting die hij teweegbrengt en de geweldige aantrekkingskracht die hij desondanks uitoefent.’
Het is volgens Charlotte Mutsaers de sensatie die maakt dat mensen toch naar het gruwelijke beeld dat ook zij ons voorschotelt willen kijken. Niet kijken kan niet, het is geen kwestie van kiezen. Het beeld trekt de aandacht. Tot eenzelfde conclusie komt ook Peter Venmans als hij in Het derde deel van de ziel: over thymos beschrijft hoe Leontius onderweg van de zeehaven Piraeus naar het centrum van Athene langs de executieplaats komt, waar de lijken van de ter dood veroordeelden van die dag nog liggen. ‘Zijn eerste reactie was er een van opgewonden nieuwsgierigheid. Hij wilde die lijken van nabij zien, hij wilde ze als het ware met zijn ogen aanraken. Maar tegelijk voelde hij een instinctmatige weerstand in zich opkomen. Hij besefte dat hij door te kijken een grens zou overschrijden waarvan hij intuïtief wist dat hij niet overschreden moest worden.’ En dus bedekt Leontius zijn ogen. Totdat hij niet langer weerstand kan bieden aan zijn verlangen.
Charlotte Mutsaers veroordeelt de nieuwsgierigheid niet. Het is net als met goede kunst. ‘Goede kunst haalt niet alleen ons hart en onze hersens overhoop, maar roept ook rissen vragen op en als allereerste vraag: wie ben ik?’ En dus pijnigt zij zichzelf na het kijken naar de foto die de titel De kuur der proleten! draagt met vragen die onder andere gaan over de delen en het geheel.
Ontzetting en aantrekkingskracht, nieuwsgierigheid en weerstand, fascinatie en wroeging. Kijkend naar de Paralympics is het niet ondenkbaar dat toeschouwers (on)bewust voelen wat Charlotte Mutsaers voelde toen ze naar De kuur der proleten keek en Leontius toen hij naar de lijken op de executieplaats passeerde, en dan zal ook de vraag waarmee Charlotte Mutsaers haar essay begon opkomen.
Leave a Reply