Toen Tijs Goldschmidt in het Spaarnestad Fotoarchief nu alweer bijna tien jaar geleden op zoek ging naar foto’s waar de schaamte vanaf spatte, kwam hij weliswaar tot de conclusie dat schaamte verbeeld kan worden, maar dat het eenvoudiger is om foto’s te vinden die de kijker het schaamrood op de kaken jagen. In de selectie die Goldschmidt maakte voor Wegkijken zijn die foto’s dan ook in de meerderheid.
In het essay dat de foto’s vergezelt, onderzoekt de evolutiebioloog die Tijs Goldschmidt ook is, schaamte en zijn persoonlijke relatie met die emotie. ‘Het vermogen om je te schamen heeft waarschijnlijk een belangrijke genetische component, maar datgene waarvoor mensen zich schamen verschilt van cultuur tot cultuur.’
Wie zich schaamt – of dat nu degene op de foto is of diegene die naar een foto kijkt –velt een oordeel. Een oordeel dat betrekking lijkt te hebben op dat wat hij ziet, maar vooral iets over de kijker zelf zegt. Hij/zij is zich op dat moment namelijk bewust van eigen onvolkomenheid en eigen onvermogen.
Het is heel goed denkbaar dat wie tijdens de Paralympics wegkijkt zich op dat moment bewust wordt van het ongemak dat het kijken naar invalide sporters oproept en zich realiseert dat hij/zij niet die tolerante en openminded burger is die hij/zij graag zou zijn.
Dat is schaamte. Schaamte is de blik inside.
Leave a Reply